Kunst in zorginstellingen
(NRC Handelsblad, 30 oktober 2009)
Het bronzen mannetje staat hoog op drie opgestapelde ladders, bovenop het dak van de psychiatrische Mentrumkliniek in Amsterdam. Hij strekt zijn armen richting hemel, alsof hij een engel zoekt. Vorige maand ontstond ophef toen het beeld How to meet an angel van het kunstenaarsechtpaar Ilya en Emilia Kabakov werd onthuld - de sculptuur zou aanzetten tot zelfmoord. De zorg bleek ongegrond: de bewoners van de kliniek zagen in het mannetje vooral een superheld. "Je moet altijd blijven dromen en verlangen, ook tegen beter weten in", zeggen de Kabakovs over hun werk. "Met dit beeld willen we troost bieden aan de mensen in de kliniek, en aan alle Amsterdammers die dat nodig hebben."
Kan er een genezende werking uitgaan van kunst? Het is wel het idee achter sommige kunstwerken in zorginstellingen. 'Healing art' wordt het in het buitenland genoemd: kunst die patiënten steun biedt en het genezingsproces helpt. Vooral in Groot-Brittannië is de aandacht voor de paramedische kant van kunst groot; toonaangevende medische Britse tijdschriften als The Lancet en The British Medical Journal hebben de laatste jaren over kunst gepubliceerd. In Duitsland gaat het project Kunst im Krankenhaus, dat zorgt voor kunst in ziekenhuizen, er al decennia vanuit dat kunst genezend werkt. Soms gaat die medische interesse nog verder. In Engeland worden jaarlijks de Sciart-prijzen uitgereikt aan teams van kunstenaars en wetenschappers. Kunstenaars verbeelden bijvoorbeeld neurowetenschappelijke vraagstukken of patronen van hersenactiviteit, waar de wetenschappers mee werken en codes uit herleiden. Zo ontstaan heel nieuwe werkgebieden voor kunstenaars.
In Nederland is SKOR (Stichting Kunst en Openbare Ruimte) verantwoordelijk voor veel kunst in zorginstellingen. In 1984 initieerde het toenmalige ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (WVC) een subsidieregeling voor kunst in de gezondheidszorg. De regel was een gevolg van het onderbrengen van Cultuur bij Volksgezondheid, waardoor de twee departementen besloten om te gaan samenwerken. Omdat nieuwbouw voor ziekenhuizen een prioriteit was van Volksgezondheid, schikte het kunstbeleid zich daarnaar. De nadruk van kunst in zorginstellingen kwam zo vooral bij de architectuur te liggen; kunst moest die aanvullen en versterken, met beelden bij de entree en schilderingen in de gangen. SKOR voerde de regeling uit. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) zette de regeling voort, tot 2006.
In de jaren negentig verschoof die architectuurgebonden aanpak naar de achtergrond. Kunstenaar Tadashi Kawamata nam met zijn werk voor een verslaafdenkliniek in Alkmaar zelfs bewust 'afstand' van het gebouw. Hij vond het pand problematisch: de kliniek is gericht op herintegratie, maar ligt ver buiten de stad. Samen met de verslaafden bouwde hij toen een houten pad richting stad, en een bootje waarmee ze samen wegvoeren, terug de maatschappij in.
De meer geëngageerde benadering zette door rond de eeuwwisseling: kunstenaars willen met hun werk nu iets betekenen voor de patiënten. Ze bedenken bijvoorbeeld een servies met kletspraatzinnetjes om gesprekken op gang te helpen, een installatie met geluidsapparatuur voor een voorleesuurtje of aromatherapeutische kunstbloemen. Het gaat ook wel eens fout. Een elektronisch kunstwerk in een verpleeghuis dat werd geactiveerd door een sensor, zaaide door die techniek totale paniek onder de demente bewoners. Maar zelfs bij zo'n moeilijke groep, voor wie prikkels uit den boze zijn, kunnen kunstenaars hun ei kwijt. Gabriel Lester en Jennifer Tee maakten in Culemborg een postkantoor waar demente bejaarden met stempels ('groetjes van oma') toch nog een persoonlijk kaartje kunnen 'schrijven'.
Een groot succes was de trein van Lino Hellings en Yvonne Dröge Wendel. Zij initieerden eerst een viltworkshop met psychogeriatrische patiënten, maar die bleken daar vreselijke stress van te krijgen. Hellings en Dröge Wendel ontdekten dat de bejaarden het liefst helemaal niets deden. Daarop gooiden ze hun plannen drastisch om en ontwierpen 'De Coupé': een bijna echte treincoupé, waar bewoners van het tehuis in treinstoelen kunnen zitten en filmbeelden van een saai, Noordhollands landschap zien passeren. Een 'kdoenk-kdoenk' geluid maakt de reality-ervaring af. Na oplevering stond de telefoon bij SKOR roodgloeiend: verpleegtehuizen van Duitsland tot Italië wilden ook zo'n trein.
De Engel van de Kabakovs was het bijzondere hoogtepunt in een hausse aan kunstwerken in zorginstellingen, die het afgelopen jaar werden voltooit. SKOR leverde in die periode ongeveer elke maand een groot kunstwerk op in een ziekenhuis of een kliniek: een binnenplaats met kunstenaarspaviljoens, een stiltecentrum als kunstwerk, foto- en video-installaties. Al deze projecten zijn het resultaat van subsidieaanvragen die eind 2005 nog zijn gehonoreerd, vlak voordat de VWS-subsidie ophield te bestaan. Het werk van de Kabakovs is ook het sluitstuk van de regeling: na vijftien miljoen euro en vijfhonderd kunstwerken. Voortaan moeten zorginstellingen zelf kiezen: besteden ze hun geld aan kunst, of aan extra rolstoelen?
Het is nu natuurlijk maar zeer de vraag of instellingen met het uitblijven van financiële steun nog prioriteit aan kunst zullen geven. Maar ook de veranderende bedrijfsvoering in de zorg brengt de 'zorgkunst' in het nauw. Instellingen zijn kritischer geworden tegenover kunst, als gevolg van nieuwe veiligheidseisen, gewenste kostenbesparingen, opgelegde targets en urenverantwoording.
Kunst lijkt niet te behoren tot de kerndoelen van de steeds strakkere bedrijfsvoering. Architecten krijgen per kliniek een eisenpakket op basis van onderzoek - ideeën over prikkels, hygiëne, rust, veiligheid, huiselijkheid. Voor beeldende kunst bestaat geen eisenpakket en dus geen functionele omschrijving. En niet in alle gevallen lijkt kunst een logische keuze. Zwaar demente bejaarden reageren volgens sommige onderzoeken nauwelijks op kunst. Richt de kunst dan op het personeel of de bezoekers, adviseert SKOR soms. Of, als er echt geen publiek is, doe het dan simpelweg voor de kunst. Tom van Gestel, artistiek leider van SKOR, wil de zorginstellingen wel blijven motiveren om kunstopdrachten te geven. "Denk aan literatuur, wat zijn de mooiste romans? Dat zijn boeken waar mensen moedige pogingen doen om het leven te leiden. Dood, ziekte en welzijn raken aan existentiële vraagstukken. Daarom biedt de gezondheidszorg belangrijke thema's voor kunst."
Om te laten zien wat kunst voor zorginstellingen kan betekenen, maakt SKOR de balans op van de 'zorgkunst' van de afgelopen jaren. De topstukken komen terecht in een collectie, waarvan SKOR eind dit jaar een overzicht presenteert. "Met het predicaat van een bijzondere collectie bieden we belangrijke kunstwerken een status van bescherming. Ze kunnen worden uitgeleend aan musea, krijgen bekendheid. En een kliniek kan het werk niet zomaar verkopen."
In die collectie zullen in elk geval de kunstwerken van beroemde makers worden opgenomen - die niet zelden konden worden gerealiseerd doordat de kunstenaar honorarium inleverde om 'het goede te doen'. Mentrum is dus al eigenaar van een echte Kabakov - dankzij subsidie en doordat de Kabakovs afzagen van een vergoeding. Juan Muñoz maakte voor een GGZ-instelling in Den Bosch een grote beeldengroep, die in galeries tonnen zou kosten. En de wereldberoemde kunstenares Marlene Dumas werd ingeschakeld door een kliniek in Etten-Leur om psychiatrische patiënten te schilderen. Ze werd zo enthousiast dat het kunstproject veel groter werd dan afgesproken. Van Gestel: "Dat is wel even schrikken. Ze hebben daar de grootste collectie Dumas ter wereld."
SKOR hanteert bij haar selectie een kunstopvatting die indruist tegen de dienstbaarheid van 'healing art'. In de collectie zoals SKOR die voor zich ziet is kunst niet dienstbaar aan de zorg, maar de zorg dienstbaar aan de kunst: de instellingen zorgen voor kansen voor kunstenaars. De spannendste zorgkunst, aldus SKOR, overtreedt de regels, is tegendraads en houdt zo de zelfgenoegzame maatschappij een spiegel voor. De collectie van SKOR omvat al zulk tegendraads werk. Zo maakte André van Bergen een scorebord voor bij een TBS-kliniek met daarop bijgehouden hoeveel patiënten binnen en buiten zijn. Ook de weinig zachtzinnige film van Erik van Lieshout over verstandelijk gehandicapten, eerder al te zien in musea, past straks waarschijnlijk goed in de collectie.
Arnold Witte, universitair docent cultuurbeleid aan de UvA, is sceptisch over deze meer artistieke benadering van zorgkunst. "Altijd zeggen dat het goed is voor de kunst, dat is niet reëel naar opdrachtgevers en kunstenaars toe. De kunstsector houdt te veel vast aan het idee van artistieke autonomie en isoleert zich daarmee van alternatieve functies van de kunst in de maatschappij. Dit soort kunst zou juist veel meer moeten aansluiten bij de agenda van de zorginstellingen."
Toch gelooft Witte dat kunst in de zorg een functie kan vervullen, gezien de claims in het buitenland dat kunst genezend kan werken. Alleen concentreert de Nederlandse kunst zich daar nauwelijks op. Hoop voor de toekomst vestigt hij op de zorgsector: "Medici hebben de laatste jaren veel aandacht voor welzijn, voor de mens als geheel. Denk aan artistieke therapie. Als de kunstsector het laat afweten, kan misschien de medische wereld bewijzen dat kunst in de zorg wel nut heeft."
Met het stoppen van de VWS-subsidie moeten zorginstellingen zich afvragen welke meerwaarde kunst voor hen heeft. Nu is de kunst afhankelijk van goodwill, van een kunstminnende ziekenhuisdirectie. Of van incidentele instellingen die wel geloven in het paramedisch nut van kunst. Zoals de Mentrumkliniek. "Psychiatrie is meer dan medicijnen," zegt Lodewijk van Grasstek, hoofd bedrijfsvoering van Mentrum. "Creativiteit en inspiratie helpen onze cliënten. Wij werken al decennia met kunst en kunnen zorgverzekeraars uitleggen waarom. De sculptuur van de Kabakovs past in dat verhaal."
In december lanceert SKOR de collectie met de manifestatie 'Niet Normaal', over zorgkunst, in Amsterdam. "De manifestatie zal laten zien dat deze kunst interessant genoeg is om lós van de opdrachtgevers te bestaan, en in de openbare ruimte een kunstminnend publiek aan te spreken." Dat geldt boven alles het mannetje van de Kabakovs, dat op zijn spirituele zoektocht naar genezing een engel vindt.
|