Wel hippe zwarte vogels, maar over slavernij
amper een woord
(NRC Handelsblad, 28 juli 2008)
Stel, u bent blank en loopt door donker Afrika. Ineens ziet u een
uithangbord witte mensen. Binnen blijkt een tentoonstelling
te zijn met portretten van kruisvaarders en afbeeldingen van Poolse
boeren, forensen in Manhattan, Hollandse kinderen op een ANWB-camping.
En vooral artists impressions van die vreemd witte mensen
met hun doorschijnende huid en exotische kleding. Zou u dat een
zinvolle tentoonstelling vinden? Of zou u zich beledigd voelen?
Afgelopen zaterdag opende in de Nieuwe Kerk Black is Beautiful,
over zeven eeuwen zwarte mensen in de Nederlandse kunst.
Deze zomertentoonstelling moet een positief beeld van zwarte mensen
geven, werd in de persconferentie benadrukt. Negatieve zaken als
karikaturen of slavernij zijn daarom weggelaten. Elke bezoeker krijgt
eerst een introductiefilmpje te zien, opgenomen in de straten van
Amsterdam en ingezoomd op mooie, donkere mensen. De voice-over vertelt
dat de tentoonstelling laat zien dat de multiculturele samenleving
van nu al veel langer bestaat.
En dan start de tentoonstelling, chronologisch, in de Middeleeuwen:
zwarte koningen bij het Christuskind, negroïde sybilles, een
donkere bekeerling. Subkopjes als wijze vrouwen en sterke
mannen moeten de positieve kijk benadrukken, al kun je je
afvragen wat een verzonnen zwarte koning met de multiculturele samenleving
van doen heeft. Pas in de zeventiende eeuw kwamen Nederlandse schilders
voor het eerst oog in oog te staan met kleurlingen slaven,
bediendes van Portugese joden die naar Amsterdam waren gevlucht.
De tentoonstellingstekst vindt het afdoende hierover te melden dat
de huidtinten hierdoor gevarieerder werden op de portretten van
Rembrandt en tijdgenoten. Na nog wat beeltenissen van zwarten in
Afrika en op de plantages belandt de tentoonstelling overenthousiast
bij de jazz en hippe zwarte vogels van de vorige eeuw, vereeuwigd
door Israels en Sluijters. Geen woord dat positief racisme ook racisme
is. Een welkome hedendaagse aanvulling, met portretten door Iris
Kensmil en Marlene Dumas is stukken genuanceerder; in hun gelaagde
werk spelen raciale identiteiten en stereotypen een rol, maar een
die moeilijk definieerbaar is.
Hoe een curator samenhang vindt tussen al deze kleuren, culturen,
histories, mythes? Tussen de koningin van Sheba, de slavin Joanna
en Naomi Campbell? Door het alleen over huidskleur te hebben. Het
bijschrift bij een Middeleeuws paneel wijst ons erop hoe mooi kroeshaar
onder een tulband vandaan krult. Bij een later prentje staat dat
het moeilijk was om negers in de jungle te tekenen. Allemaal zo
donker. En bij een portret van een bleke adellijke dame staat een
negerjongetje dat haar een parelsnoer omdoet een kleurcontrast
voor extra jeu.
Het is dan ook een zeer samenhangende tentoonstelling. Het eenzijdige
bejubelen van de zwarte schoonheid loopt consequent door alle onderdelen
heen. Verder dan skin deep gaat het niet. Één
zinnetje in een bijschrift meldt dat de Surinaamse slavenhandel
in de achttiende eeuw uitzonderlijk wreed was, maar verder zijn
de teksten zo positief als gepland was. Ook de levensgeschiedenissen
van zwarten in Nederland, na te lezen in de publiekscomputers in
de tentoonstelling, verhalen hoofdzakelijk over trotse slaven die
helemaal niet zo nodig vrijgekocht hoefden te worden. Er was zelfs
een ex-slaaf die ging promoveren! Sjonge. Zo te zien viel die hele
slavernij best mee.
Black is Beautiful is een uitgebreide tentoonstelling. Er is een
mooie catalogus bij verschenen waar veel onderzoek aan vooraf is
gegaan, het doet deze week mee aan de gay pride met black
gays, en in de museumwinkel zijn kraaltjes te koop. Kunst
en multiculturaliteit in Nederland snappen ze gewoon niet
wat ze ermee moeten doen. Black is Beautiful past in de opvatting
dat zwarte mensen mooi zijn, goede lichamen hebben, leuk kunnen
dansen. Een positieve maar kwalijk beperkte zienswijze waar al heel
lang kritiek op is. Black is Beautiful scheert iedereen met een
kleur over één kam, het geeft geen stem aan hen die
geportretteerd zijn, het bedekt historisch leed met de mantel der
liefde, en doet op die manier aan geschiedvervalsing. Het is daarom
des te erger dat zowel Balkenende als enkele oud-premiers hebben
toegezegd om in de tentoonstelling lezingen te komen geven over
de Nederlandse identiteit, aldus de persconferentie. Allemaal premiers
die nooit excuses hebben willen aanbieden voor het slavernijverleden.
Maar die het wel prima vinden om op te treden in een bedenkelijke
tentoonstelling waar notabene overheidssubsidie in zit.
Het tentoonstellen van de zwarte mens begon in Europa eind negentiende
eeuw. Schaamte en verdriet waren het gevolg. Stamhoofden stonden
als aapjes te kijk in dierentuinen en op de Koloniale Tentoonstelling
van 1883, waar een deel van een Surinaams dorp was nagebouwd. Veel
tekenaars kwamen de exoten portretteren. De Nieuwe Kerk exposeert
een aquarelschets van Charles Rochussen. Het bijschrift meldt dat
ook de schedels van de wilden werden opgemeten. Dat wij ons nu voor
die geschiedenis moeten schamen, blijkt nergens uit. De Koloniale
Tentoonstelling wordt toegelicht in de publiekscomputers, die vooral
vertellen hoe mooi men de geëxposeerde Surinamers vond. Tussendoor
meldt de voice-over even dat zon genante tentoonstelling als
toen nu natuurlijk niet meer zou kunnen. O nee?

Tentoonstelling: Black is Beautiful, t/m 26 oktober in de Nieuwe
Kerk, Dam Amsterdam. Ma-zo 11-18u. Inl.: 020 6386909 / www.nieuwekerk.nl
|