De mens is een bloeddorstige hellehond met
holle ogen
(NRC Handelsblad, 3 oktober 2008)
Veel kunstenaars worden een beetje verlegen van een groot wit vlak.
Maar niet allemaal. Kunstenaar Simon Schrikker sprak met galeriehouder
Dick de Bruijn af om voor zijn solotentoonstelling een muurschildering
te maken. En laat diens galerie nu behoorlijk grote muren hebben.
Schrikker had dan ook twee weken nodig. Overdag sliep hij, in de
galerie, ´s nachts ging hij aan het werk. Met rode en zwarte
acrylverf schiep hij een hellehond die opdoemt uit de nacht. Met
brede kwasten liet hij de rode verf over de kop en rug van het dier
druipen, veranderend in een substantie van kwijl en bloed, de ogen
bleven zwarte gapende gaten. Dat zijn duistere nachten geweest.
Elke middag was het weer een verrassing om te zien hoe de verf
was opgedroogd, vertelt De Bruijn. Want acrylverf is niet helemaal
voorspelbaar. Het werkt anders dan olieverf, waar Schrikker de afgelopen
jaren mee werkte. In de galerie is het verschil te zien. Een andere
zwartrode hellehond, nu op doek, komt net als zijn soortgenoot op
de muur uit verfsluiers tevoorschijn. De dunne acryllagen maken
er een geestverschijning van, een soort mist. In één
hondenoog flikkert nog een wit lichtje. Voor de rest is het dier
pikdonker.
De olieverfhonden in de galerie lijken veel tastbaarder. Ze schudden
hun vacht uit, in centrifugale bewegingen van dikke blauwe en bruine
verf. Of ze hebben een natte neus die als een dikke glimmende verfplak
op de al zo pasteuze kop ligt. Zoals schilders eeuwen geleden met
fijnschilderkunst de huid van veren en textiel bedrieglijk echt
verbeeldden, zo laat Schrikker zien dat een dikke abstracte verfhuid
ook op van alles kan lijken. Verf en natte hond hebben veel met
elkaar gemeen.
Schrikker schildert bijna alleen honden. Dat doet hij al jaren.
Hij heeft ook wel een andere dieren geprobeerd, maar vaak bleek
het moeilijker daar veel persoonlijkheid aan te geven. Bij Galerie
Dick de Bruijn exposeert hij één ander dier, een adelaar.
Het is niet de trotse vogel van de overwinning zoals we die vaak
zien, maar het is ook geen lieverdje. In de grijze achtergrond achter
de vliegende adelaar heeft Schrikker diagonalen gekrast met de achterkant
van zijn penseel, dieptelijnen worden hier tegelijk wind en regen
waardoor de vogel nog meer overkomt als een verregende, zwarte vlek.
Het is een smerig beest met een rotkop - net als zijn honden.
Eén object in de galerie is een roestige lichtbak die Schrikker
niet zelf maakte. Het is een afgedankt uithangbord dat hij ergens
vond en dat was beplakt met silhouetten van honden die elkaars kruis
besnuffelen. Zelf voegde hij alleen de tekst ´meeting point´
toe. Ook in een serie kleine schilderijtjes hangen doekjes met enkel
woorden - ´master scheme´, ´haste´. Net
als met het uithangbord, waar het beeld door de tekstuele toevoeging
een seksuele ondertoon krijgt, herbelicht hij het menselijk gedrag
tot de kern. En die is zeer rauw. Maar ook zonder tekst was al te
zien dat zijn honden, bloeddorstige door instincten gedreven wezens,
eigenlijk vooral over de mens gaan.

Simon Schrikker, t/m 18 oktober 2008 bij Dick de Bruijn, Contemporary
Art, Singelstraat 11, Middelburg. Do-za 13-17u. www.simonschrikker.com
|