De Koninklijke Prijs voor de Vrije Schilderkunst
2008
(NRC Handelsblad, 11 oktober 2008)
Gisterenmiddag heeft Koningin Beatrix de Koninklijke Prijs voor
de Vrije Schilderkunst uitgereikt aan vier kunstenaars. Alex Jacobs,
Sebastiaan Verhees, Helen Verhoeven en Bas de Wit kregen elk een
bedrag van 6.000 euro. De jury was enthousiast dit jaar. Juryvoorzitter
Wilma Sütö roemde in haar toespraak hoe verschillende
deelnemers 'de chaos en het rumoer in de wereld' laten zien op het
schildersdoek. Samen met nog vierentwintig genomineerden exposeren
de vier winnaars in het GEM. Daar maken alle exposanten alsnog kans
op een publieksprijs, van 2.300 euro.
De koningin reikt traditioneel de prijzen uit, de winnaars worden
voorgedragen door een zevenkoppige jury. Deze koos unaniem vier
schilders die elk groot en figuratief werken. Maar dat geldt voor
bijna alle exposanten. Wat de vier wel zichtbaar onderscheidt van
sommige anderen, is een gevoel voor drama. Daarmee verbeelden ze
dat 'rumoer in de wereld', waar de jury - terecht - zo positief
op heeft gereageerd.
Sebastiaan Verhees schildert daklozen tussen het vuilnis, Alex
Jacobs schildert een suppoost naast een schilderij met een dollarteken
en portretteert zichzelf in victoriehouding op een vuilnisbak. Bas
de Wit laat figuren uit het entertainment tot leven komen - dansers
en een Pinokkio - in scènes vol dreiging. Ook in de met sjieke
gasten gevulde balzalen van Helen Verhoeven, broeit van alles. Al
deze schilderijen gaat over het overleven in de stedelijke maatschappij
met zijn luxe, entertainment, rafelranden, en leegte.
Subsidieregelingen komen en gaan maar de Koninklijke Prijs is een
instituut: ingesteld in 1871 door Koning Willem III, is de aanmoedigingsprijs
voor jonge kunstenaars sindsdien uitgekeerd door Koningin Emma,
Wilhelmina, Juliana en Beatrix. De prijs winnen leek decennia een
garantie om door te breken, maar de laatste jaren lijkt dat succes
iets minder. Ook loopt de belangstelling voor de prijs onder kunstenaars
af. Daarom startte de Stichting Koninklijk Paleis Amsterdam, die
de prijs organiseert, een paar jaar geleden een PR-offensief om
kunstenaars op te roepen werk in te zenden. Toch bleef het aantal
inzendingen teruglopen. Vorig jaar waren dat er 238, dit jaar 205.
Nu kunstacademiestudenten steeds meer kiezen voor studierichtingen
zoals audiovisueel of grafisch ontwerpen, zal dat moeilijk veranderen.
Maar wat zegt de tentoonstelling over de kwaliteit van de schilderkunst?
Die is inderdaad goed. Dat is wel eens anders geweest. En inderdaad
verbeelden verschillende exposanten een troosteloze maatschappij
- een wereldbeeld dat ook internationale schilderbewegingen bezighoudt.
In het GEM zie je sinistere kroegscènes en morsige personages
(Heddy-John Appeldoorn, Raimonda Grikaite), de smakeloze villa's
van de nouveaux riches (Bonnie Severien). En boven dit alles schijnt
niet meer de zon, maar de neonlampen van onze 24-uurs economie (Julia
Münstermann).
Natuurlijk passen niet alle exposanten in dit hokje. Tussen de
overige landschappen, geschilderde constructies en portretten valt
een jongensportret op van Sidi el Karchi. De starende, droeve blik
van de scholier spreekt boekdelen over hoe moeilijk het is om op
te groeien.
Vroeger stond schilderen op groot formaat met veel verf gelijk
aan schilderkunstige vraagstukken over vorm en vlak. Dat is voorbij.
Het schilderkunstig onderzoek van deze lichting kunstenaars gaat
over grandeur, spektakel. Met theatrale effecten maken ze van hun
werken zelf ook luxe decorstukken, die passen in de decadente wereld
die ze bekritiseren. Zoals Jacobs aangeeft in zijn doek met een
geëxposeerd dollarteken: in een moreel failliete wereld gaat
kunst alleen om geld en sensatie. Door dat gegeven vol drama te
verbeelden, zijn de vier prijswinnaars terechte vertegenwoordigers
van een zelfkritische generatie.

Tentoonstelling: Koninklijke Prijs voor de Vrije Schilderkunst,
t/m 7 december in het GEM, Stadhouderslaan 43, Den Haag. Di-zo 12-18u.
Inl.: 070 3381133 / www.gem-online.nl
(foto: Sebastiaan Verhees)
|