Richter mengt vertier en agressie
(NRC Handelsblad, 27 november 2007)
'Fuck the Police' staat op het leren jack van de man in 'Lonely
Old Slogan', een schilderij dat de Duitse kunstenaar Daniel Richter
(1962) vorig jaar maakte. De man met jack staart in een rioolbuis
en aan zijn voeten ligt afval. Het doek hangt in het GEM, dat een
groot overzicht laat zien van Richters werken van de laatste twaalf
jaar. Daartussen hangen meer doeken met troosteloze rugfiguren in
donkere stegen, maar op andere doeken schijnen uitbundige lichten,
op dansende en vechtende nachtbrakers. Agressie en vertier liggen
dicht bijeen in Richters wereld.
'Fuck the Police', krakers, punk en recessie - dit is een bekend
beeld van de jaren tachtig. Je hoeft er niet bij te zijn geweest
om de subcultuur te herkennen die ex-punker Richter schildert. We
kennen het uit de media en zelfs uit de beeldende kunst van toen.
Richters paarse drieluik van een luchtgitaarspelende man tussen
stadsruïnes had zo van Rainer Fetting kunnen zijn, die een
kwart eeuw geleden in Oost-Berlijn noisemuziek a la Einstürzende
Neubauten omzette in harde verfstrepen. Toen underground, zijn Fettings
doeken nu onbetaalbaar - net als die van Richter.
Underground of punk zijn associaties die Richters tentoonstelling
oproepen. Maar punk en kunst verhouden zich niet gemakkelijk. De
oorspronkelijke in vuilniszakken gehulde punkers verdoemden God
en de wereld en ze bezongen ziekte en zelfdoding. Daar zat niets
van schoonheid in. Door al het geïnstitutionaliseerde te verwerpen
- ook musea - was de punk verwant aan het al even sociaal-kritische
Situationisme. Een museale tentoonstelling van grote schilderijen
die goed verkopen, verloochent dit alles. Maar zoals punk mode en
lifestyle werd, zo weet ook Richter zijn ruige verleden te romantiseren
tot een 'authentiek' aandoende zelfkant van de samenleving, in spetterende
hallucinogene kleuren.
Punk keert zich af van verdiensten van de geschiedenis, Richter
wendt zich er juist naartoe. Zijn metersbrede doeken ademen de theatraliteit
van de aloude verhalende historieschilderkunst, het Hollywood onder
de schildergenres. Het broeierige kampvuur van 'The Owner's Historic
Lesson' van vorig jaar, doet denken aan Rembrandts samenzwering
van Claudius Civilis. Richter leent succesnummers uit de kunst en
combineert ze tot een grandioze eigen stijl. Hij gebruikt doorlopend
zware bomen als repoussoirs, objecten op de voorgrond, om weidsheid
en diepte te scheppen. Zijn rugfiguren nemen de kijker mee het schilderij
in, net zoals vroeger knielende herders. En Richters personages
wenden hun getormenteerde gezichten zijn af, wat ooit een advies
van Goethe was. Door in deze dramatische voorstellingen moderne
stijlmiddelen te combineren - ijle en harde lijnvoering, figuratie
en abstractie, zwart en fluor - trekt Richter alle schilderkundige
registers open.
Punkmusici bezongen geen vrijheid, want dat geeft een vals gevoel
van vrijheid aan de luisteraars die na het liedje nog onverminderd
gevangen zitten in hun burgerlijke levens. Maar Richter overlaadt
zijn publiek met valse gevoelens: drama, passie, schoonheid, vrijheid,
mysterie. Musea en kunst zijn entertainment, zeiden de activisten
uit Richters jeugd en precies zo benadert Richter de kunst: als
entertainment. Het is muurversiering of een gezinsuitje naar het
museum. Maakt hem dat een opportunist? Nee, hooguit een nihilist,
of een realist. Richter heeft het gehad met links activisme, zegt
hij, het lost niets op en is verworden tot holle sensatie. Een beetje
punk 'pept' schilderijen lekker op. Tekenend is een interview in
de tentoonstellingscatalogus waarin de ex-activist reageert op het
woord 'radical': "Is dat een merk?".

Tentoonstelling: Daniel Richter, t/m 24 maart 2008 in het GEM,
Stadhouderskade 43, Den Haag. Di-zo 12-18u. Inl.: 070 3381133 /
www.gem-online.nl
|