Rode verf wordt bloed, witte verf tranen
(NRC Handelsblad, 9 februari 2007)
Therapeutisch schilderen klinkt zweverig, toch heeft het een aantal
van de beste kunstenaars voortgedreven. Vooral onder naïeve,
outsiderkunstenaars vind je ze: gekwelde zielen die doek en penseel
nodig hebben om hun demonen kwijt te raken. Er kunnen clichébeelden
uit voortkomen, maar heeft iemand talent, dan kan het leiden tot
een heftig, confronterend oeuvre.
Tot die laatste categorie behoort de Belg Bart Baele. Hij schildert
lichaamloze koppen die opdoemen uit zwarte verf. Ze hebben schreeuwende
monden, waarin ontblote tanden flikkeren. Genezen staat in sierlijke
letters onder het portret van een man die het uitschreeuwt van wanhoop.
Eeuwig ziek staat op een kleine pentekening geschreven. Dat lijkt
dichter bij de waarheid te komen. De termen Médecin, Docteur
en mental horror keren terug in de andere koppen. Of die de dokter
of patiënt voorstellen, dat loopt door elkaar heen. Als Baele
zichzelf ziet als patiënt, dan probeert hij zich zichtbaar
te genezen door te schilderen.
Baeles koppen hangen in de tentoonstelling Welsprekende portretten
in de Haagse Th Gallery, een wat eigenaardig uitziende galerie met
gele muren en een opvallende bar. De drie exposanten hebben meer
verschillen dan overeenkomsten. Philip Akkerman gebruikt al een
kwart eeuw zijn eigen gezicht als palet om kleuren en vormen weer
te geven. Willy Jolly slaagt er met zijn foto's van naakte, smachtende
jongens vaak niet in om homo-erotische clichés te overstijgen.
Baele gaat het niet om verf, en al helemaal niet om erotiek of uiterlijk.
Hij schildert als een sjamaan die iets ontzettends moet beteugelen.
Op het eerste gezicht doen de twintig werken van Baele vermoeden
dat de man pakweg een eeuw geleden op een missionarispost in Belgisch
Congo werkte. De medicijnmannen en Afrikaanse maskers omringt hij
in zijn schilderijen met Rooms-Katholieke symbolen en rituelen:
priesters die het bloed van Christus drinken en die met attributen
als het heilig hart en de lans van St. Stefanus meer lijken op exorcisten
dan op dorpspastoors. Rode verf wordt bloed, witte verf tranen.
De stugge verfbehandeling en compositie lijken op die van beschilderde
uithangborden van Afrikaanse kappers, terwijl de rigide koppen ook
iets weg hebben van ouderwetse gapers van Belgische en Nederlandse
apotheken. Toch werd Baele in 1969 geboren. Hij woont in Zuid-België
in een tochtig huis waar hij zich alleen omgeeft met zijn katten
en demonen die ongevraagd langskomen.
Baele schildert één grote associatieve brij. Arts
wordt patiënt wordt soldaat en hij schaamt zich er niet voor
om zich af en toe te vereenzelvigen met de heiland. Doordat hij
al zijn zieleroerselen vol passie op het doek gooit, oogt het resultaat
nooit gezocht. Gruwelijke dingen vertalen in mooie schilderijen
is voor Baele zichtbaar een katharsis.

Welsprekende portretten, t/m 4 maart, Th Gallery, Veenkade. Do-vr
12-18.30, za 11-18.30u, eerste zo van de maand 15-18.30u. Inl.:
070 3600313 / www.thgallery.nl
(foto: Bart Baele, La Philosophie des Larmes)
|