Wie iets nieuws wil zien moet op z'n telefoon kijken
(NRC Handelsblad, 18 april 2012)
"Links zien jullie een keukenshowroom. Dat had een locatie voor een kookinterventie kunnen zijn, maar is het niet," glimlacht de curator van de curatorenopleiding van De Appel. We zitten met zestien man in een bierfiets - een soort fietscafé met tap en chauffeur - op een kunstroute langs wat locaties hadden kunnen zijn. "Sorry hoor, dat er geen kunst is, en dat met vijftig projecten en 91 kunstenaars," lacht ze - niet uit schaamte dat een prestigieuze tentoonstelling opent zonder kunst, nee, ze vindt het een goede grap. Humor is het thema van 'Three artists walk into a bar' dat afgelopen vrijdag opende.
Jaarlijks studeren zes curatoren af bij kunstinstituut de Appel. Een jaar kunsttheorie brengen ze met een afstudeertentoonstelling in de praktijk - buiten, openbare ruimte is hip. Vóór de genodigden op de fiets stapten, legde het zestal in een lege expositieruimte uit dat ze niet ouderwets een tentoonstelling in de ruimte wilden, maar in de tijd. Er komen interventies, tijdelijk, verborgen, en internationale sprekers worden ingevlogen voor lezingen over humor en theorie.
"Er is dus niets te zien...?" vraagt iemand in de bierfiets aarzelend. "Nou, misschien is de wifi hernoemd," verklapt de curator dan maar. En verdomd: twee netwerken in de omgeving hebben best gekke namen - al blijven ze met passwords net zo ontoegankelijk als de rest van de kunst - 'undisclosed' heet dat. Wie denkt dat hij de komende weken iets van kunst ontdekt, mag dat op een briefje schrijven en in de brievenbus doen. Niet digitaal - emails blijven onbeantwoord, de website is een artistieke chaos, de digitale nieuwsbrief onbereikbaar. Met die briefjes wordt op 12 mei een slotevent georganiseerd - participatie is ook hip.
We fietsen door. "Er is ook iets buiten Amsterdam?" probeert een van ons hoopvol. "Ja, je kunt een kunstenaar in Utrecht een bericht sturen, ze laat je graag deelnemen," antwoordt de curator. "O! Kunst!" roept iemand en de fietsers veren blij op: ja! Neonkunst! De curator knikt - het is niet van hun natuurlijk, het is van stichting SKOR. "Een van onze vele subsidiënten." Op mijn vraag wat dit alles gekost heeft, verstrakt haar gezicht - geen grappige vraag. "Pilsûh!" roept een passant waarop onze bierfietschauffeur zich behulpzaam omdraait naar zijn wat wereldvreemde passagiers: "Dat betekent bier drinken, maar dan heel veel."
Terug in het lege tentoonstellingsgebouw kletsen we na over de thema's: humor, en tijdelijke autonome gemeenschappen. "Het gaat niet om waar je bent, maar met wie," weten de genodigden. Eén undisclosed kunstwerk wordt verraden: een blauwe kunstappel, in een supermarkt tussen de gewone appels. Een Italiaanse kunstenaar blijft optimistisch: "Ik kom vast nog eens, misschien zie ik dan wel kunst." Dat is de vraag. De meeste projecten zullen onopgemerkt blijven, plattegrondjes of beschrijvingen zijn expres weggelaten. De Amsterdammer zal niets merken van deze met gemeenschapsgeld betaalde manifestatie.
Humor kan kunst toegankelijk maken, ironie kan betekenen dat je enkel afstand neemt, zoals deze curatoren alles afdoen als grap. Over ironie is sinds Adorno veel gesproken, dat moeten ze uit de kunsttheorie weten. Die autonome gemeenschappen zijn vergelijkbaar met tijdelijk autonome zones, eind vorige eeuw een theoretische opstap naar nieuwe gemeenschapskunst. Niets nieuws dus, enkel excuses om je in onderonsjes af te keren van de buitenwereld.
Ook zijn de 91 kunstenaars nauwelijks geballotteerd, het was een 'open call', voor elke theoretisch opgeleide kunstenaar. Zo'n onderonsje zonder selectie is net als ironie een manier om stellingname te vermijden. Een dik curatorial statement rept over wereldproblematiek en paradigma's en één curator noemde deze kunst zelfs geëngageerd (hip), al zei ze niet waarmee: "Met alle ontwikkelingen in de wereld, deze tentoonstelling kan enkel nu, volgend jaar niet." Goddank.

Tentoonstelling: Three Artists Walk into a Bar... t/m 12 mei in de Appel, 1e Jacob van Campenstraat 59, Amsterdam. www.deappel.nl (foto: Machteld Leij).
|