Een dapper beeld in tijden van bronsroven
(NRC Handelsblad, 2 november 2007)
Niet elk kunstwerk verdient een plek buiten. Een tragisch voorbeeld
is een glazen kunstwerk van Dan Graham op een plein in Antwerpen.
Nadat vandalen het werk hadden vernield, vroegen omwonenden om van
restauratie af te zien. Liever zagen ze er een vliegtuigje van Panamarenko
voor in de plaats. Woest was Graham. Hij was en is immers een internationaal
gerespecteerd museaal kunstenaar - wat dachten die cultuurbarbaren
wel niet. Hij ging op zoek naar een parkje elders in Europa en het
beeld kreeg asiel in Middelheim.
Graham had geluk. Stukjes openbare ruimte uitdelen aan bestaande
beelden, dat gebeurt niet veel meer. Tegenwoordig stellen we hogere
eisen aan openbare kunst. De plek moet 'behoefte' hebben aan kunst,
en de kunst moet op de locatie zijn afgestemd. Toch verrijzen soms
kunstwerken op onverwachte plaatsen. De Westkant in Terneuzen is
geen plek waarvan je zou vermoeden dat deze kunst nodig heeft. Het
is een parkeerplaats naast een doorgaande weg. Aan de ene kant kijk
je uit over de watervlakte van de Schelde met zijn vrachtschepen,
aan de andere kant zie je de achterzijdes van kantoorgebouwen. Het
is geen plaats waar je verblijft, en ook geen locatie die gemarkeerd
dient te worden. Je koopt een parkeerkaartje en weg ben je.
Toch staat daar sinds september een bronzen beeld: het 'Vesaliusbeeld'.
Het is een ode van kunstenaar Thom Puckey aan de Vlaamse tekenaar
en anatomist Vesalius (1514-64), die op zijn beurt de Italiaanse
renaissance bewonderde. Puckey maakte een driedimensionale versie
van een van Vesalius' anatomische prenten. Het resultaat is een
naakte man zonder huid, beschut door een reusachtige cape die is
versierd met een landschapsreliëf. Met één been
voor het andere, zijn armen hangend naast zijn lichaam, slaat de
man zijn ogen ter hemel. Zou hij bidden? Het is moeilijk te zeggen.
Zijn pose is te weinig uitgesproken, zijn blik te star.
Het beeld wordt voor het eerst genoemd in het boek 'Abri' uit 1993.
Daarin staat dat Puckey het beeld in 1992 ontwierp voor de gemeente
Rotterdam. De stad zocht een kunstwerk voor het Binnenrotteplein,
een tochtgat met eeuwen geschiedenis. Het beeld moest zowel beschutting
bieden als de historische wortels van de plek zichtbaar maken. Rotterdam
besloot het ontwerp niet te laten uitvoeren. Je moet dan toch wel
heel goede redenen hebben om vervolgens met een beeld andere gemeenten
af te gaan.
Dirk Timmers van de gemeente Terneuzen beaamt dat het een bestaand
ontwerp is: "Door de bouw van een nieuw stadskantoor kwam geld
vrij voor kunst, de zogenaamde percentageregeling, waarop de SKOR
(Stichting Kunst en Openbare Ruimte) dit ontwerp voorstelde. Thom
Puckey is een gerenommeerde kunstenaar met werk in museale collecties
in binnen- en buitenland. Hij is erg belangrijk geweest voor de
na-oorlogse beeldhouwkunst." Had de gemeente niet liever een
beeld gezien dat speciaal voor deze plek ontworpen was? "Dan
beperk je de kunstenaar in zijn creativiteit," aldus Timmers.
Op de plaatselijke SGP-fractie na - 'De man een fatsoenlijke broek
aandoen is wel het minste' staat in het SGP-beleidsplan 2006 - is
Terneuzen trots op de nieuwe blikvanger. Het is met vijf bij vijf
meter het grootste bronzen buitenbeeld van Nederland, aldus het
persbericht van de SKOR. Dappere taal in deze tijden van bronsroven.
Maar hoe gerenommeerd Puckey ook moge zijn, het is bepaald geen
virtuoos beeld. Bovendien is het weinig geschikt om vrij te staan.
De achterkant, die naar de weg toe staat, lijkt bijna een lap landbouwplastic.
Tot slot is er geen historische link tussen Vesalius en Terneuzen.
Net als Graham boft Puckey maar, dat hij door zijn goede naam zo'n
locatie heeft gevonden voor zijn creatie.
Thom Puckey 'Vesaliusbeeld', Westkant, Terneuzen. www.skor.nl
|