Rioololifant moet de weg wijzen
(NRC Handelsblad, 12 januari 2007)
Weg uit de stad, uit het drukke leven, zoeken veel mensen graag
de natuur op. Hoe groter en ongerepter het groen is, hoe fijner
wij er wandelen en met afstand naar ons dagelijks bestaan kijken.
Het is dat contrast met de menselijke leefomgeving dat we nodig
hebben. Ook kunstenaars die met natuur werken, streven naar contrasten
tussen cultuur en natuur. In de stad brengen ze natuurlijke elementen
aan, in de natuur grijpen ze artificieel in.
Maar in plaats van echt wilde natuur en echt grijze metropolen
heeft Nederland vooral veel middenmoot. 'Grijs-groene transitiezones'
heten die half-bebouwde gebieden in planologisch jargon. Kunstenaars
hebben er niets mee. Tenzij het fotografen zijn die graag onbestemde
vlees-noch-visgebieden registreren. Maar een kunstenaar die in de
openbare ruimte werkt, wil liever een krachtig groen of stedelijk
decor. Je zult niet gauw een kunstenaar treffen die zich aangetrokken
voelt tot, zeg, de Statendamweg net buiten Oosterhout, een groenzone
met nog wat restjes bedrijventerrein. Toch staat daar in de berm
bij een rioolzuiveringsinstallatie sinds een half jaar een knalturquoise
polyester sculptuur, ontworpen door Dorothé Jehoel.
Het is een triomfantelijk uitziend beeld dat in niets op zijn omgeving
lijkt. Is het een olifant? Een alien? Een stripfiguur met een dikke
knuffelbuik? Nee, het is abstracte kunst. Jehoel heeft een zelfontworpen
vormentaal die toch iets herkenbaars heeft. Daarmee zet ook zij
in op contrast: de omgeving is wat saai en onbestemd, dus zet zij
er een zo feestelijk mogelijk beeld neer.
Dat het beeld op zo'n rotplek staat, komt doordat het bij de rioolzuiveringsinstallatie
moest staan. De eigenaar van deze nieuwe installatie, het Waterschap
Brabantse Delta, gaf Jehoel deze opdracht. Brabant kent, net als
de Flevopolder, veel kunst buiten de bebouwde kom. Dat is deels
te danken aan het waterschap, dat met de Nieuwe Brabantse Kunst
Stichting bij elke nieuwe dijk of oever een kunstwerk oplevert.
"Alle natuur in Brabant is een menselijke ingreep," licht
Liesbeth Jans van de kunststichting toe. "Bij landinrichtingsprojecten
wordt bijvoorbeeld akkerland omgebouwd tot natuurgebied. Dan kan
een artistieke inbreng heel nuttig zijn, zeker nu natuur vaak voor
recreatie wordt ontworpen." Zodoende hebben de stichting en
het waterschap al een paar subtiele land-artprojecten gerealiseerd
die opgaan in het groen, zoals de dijkpiramide van Marius Boender,
en er zit meer ecokunst in de planning.
De subtiele landschapskunst van het waterschap is een schril contrast
met deze opdracht aan Jehoel; 'Zorg dat het opvalt,' was de boodschap.
Dit gaat niet om een ingreep in het groen, maar om PR van de rioolzuivering
die twintig meter achter het beeld verscholen gaat. Jans: "Veel
mensen weten niet dat het waterschap de natuur regisseert, sloten
schoonhoudt, oevers vervangt en rioolwater zuivert. Het wil dat
zichtbaar maken." Voor dit PR-doel was een kunstmatige ingreep
nodig. En wat is er kunstmatiger dan een kunstwerk van kunststof?
Zoals een alpinist een vlag op een bergtop plaatst, wil de opdrachtgever
laten zien dat zij de natuur overwint. Het kunstwerk moest dus bovenal
een landmark zijn. Dat heeft Jehoel goed gedaan. Haar opvallende
Saltimbanque - dat zoveel betekent als protsenmaker, kunstenmaker
- is vrolijk, herkenbaar en eigenzinnig. De slurfjes verwijzen naar
rioolzuiveringpompen, maar dat moet je weten. Het staat er hoofdzakelijk
abstract te zijn, en had daardoor ook in elke andere omgeving gepast.
Dat is meteen het manco bij deze kunstopdracht. Onuitgesproken
transitiegebieden hebben niet echt kunst nodig, waardoor het gauw
een opleukertje wordt zoals rotondekunst. Kunst die er alleen maar
aardig uit hoeft te zien is zo onschuldig dat het onverschillig
laat. Dan kun je als kunstwerk beter niet bestaan. Maar dat is niet
de schuld van Jehoels rioololifant. Deze is krachtig, log en tegelijk
dynamisch. Het wiebelt bijna, de slurfjes lijken te dansen in de
wind en het felle turquoise schittert in het licht van de koplampen
van het veel te hard langsrijdende verkeer.

Dorothé Jehoel, 'Saltimbanque'. Statendamweg 90, Oosterhout.
Inl.: 076 - 520 0722 / www.nbks.nl
|