Monumenten voor actueel leed
(NRC Handelsblad, 7 oktober 2008)
Heel boos waren sommige Australiërs, toen onbekenden het monument
voor Maitland Brown hadden verminkt. Het beeld herinnert aan strubbelingen
tussen blanken en Aboriginals en is belangrijk voor de gemeenschapszin,
vonden sommigen. Anderen vonden van niet. Zij vonden het schandalig
hoe de Aboriginals op de begeleidende plaquette werden beschreven
als criminelen. Ook in andere landen werken monumenten als een rode
lap. 'Coward' schreef iemand in koeienletters op een Amerikaans
oorlogsmonument. En in Las Vegas zag de uitbater van restaurant
'Red Square' de bui al hangen met zijn Leninbeeld op de stoep. Hij
onthoofde het beeld 'preventief' en borg Lenins hoofd veilig op
tussen de flessen wodka.
Deze onthoofde monumenten passeren de revue in een diashow van
kunstenaar Sam Durant. Hij exposeert ze in Stroom in een tentoonstelling
over monumenten, samengesteld door Mihnea Mircan. Zelf komt Mircan
uit Roemenië, waar de relatie politiek-standbeelden-monumenten
nog gevoeliger ligt dan in de VS of in Australië. Of in Nederland.
De monumentenpraktijk is een wespennest, vinden Mircan en de veertien
exposanten. Zij ontwerpen niet zozeer nieuwe monumenten maar schetsen
de problematiek. Dat doen ze met collages van allerhande foto's
en mediabeelden. Deze bonte veelstemmigheid is een tegenwicht tegen
het standbeeld dat één visie afdwingt.
Azra Aksamija ontwierp een tapijt met geabstraheerde moskeeën
en handgranaten, ter nagedachtenis aan de 'etnische zuiveringen'
in haar land. Ze wilde dit 'Monument in Waiting' exposeren in het
Joegoslaviëtribunaal in het Vredespaleis. Daar werd het geweigerd.
Het zou de rechtspraak tegen Karadzic kunnen beïnvloeden. Zo
komt de politiek in Stroom wel heel dichtbij.
Vroeger verliep deze traditie gemakkelijker dan nu. Er was oorlog.
Iemand won die. Daarna kwamen er monumenten. Soms met wat discussie
maar het waren geen tijden van inspraak zoals nu. De overheid besliste.
Tegenwoordig willen verschillende bevolkingsgroepen erkenning voor
hun geschiedenis. Dat veroorzaakt onvrede met de bestaande monumenten
- waarom krijgt die groep wel erkenning en wij niet? Zo is de openbare
ruimte veranderd in een politieke arena, waarin iedereen gezien
wil worden. Mircan stelt dan ook terecht dat elk monument vanzelf
een politiek statement is.
Ophouden dan maar met die monumenten? De exposanten lijken daar
voorstanders van. Jonas Staal en Vincent Van Gerven Oei werkten
een idee uit van Ronald Sorensen, die als gemeenteraadslid voor
Leefbaar Rotterdam opperde dat er monument zou moeten komen voor
de Rotterdammers die worden verjaagd door immigranten. Hans van
Houwelingen laat ook een slecht idee zien. Vorig jaar riep Letland
kunstenaars op een gedenkteken te ontwerpen voor de Sovjetbezetting
in Riga. Olie op het vuur, want de verhoudingen tussen de Letten
en de Russische minderheid in het land zijn al gespannen. Dat wordt
een nieuwe dia voor het archief van Sam Durant.
Deze buitengewoon interessante tentoonstelling stelt terechte vragen.
Maar de praktijk is soms anders. Om te beginnen is het niet aan
een kunstenaar om het initiatief te nemen voor een monument. Het
is aan een groep mensen en als dat goed gebeurt, worden daarbij
nuances en pijnpunten doorgesproken. Als een groep Bosnische moslims
vindt dat de tijd de wonden niet heelt, dan is dat een ander uitgangspunt
dan wanneer een kunstenaar met een kleed het Joegoslaviëtribunaal
binnenloopt. Dat is geen monument, ook geen monument in wording,
het is een individueel en actueel politiek kunstwerk. En dat is
niet hetzelfde. Bovendien wordt weinig meer voor de eeuwigheid gemaakt,
ook kunst in de openbare ruimte niet meer. Waarom zou dat voor dat
monumenten anders zijn? Gezien de genoemde problematiek zou dat
nu eens een goede bijkomstigheid zijn van deze wegwerpmaatschappij.

Tentoonstelling: 'Since we last spoke about monuments', t/m 9 november
2008 in Stroom, Hogewal 1-9, Den Haag. Wo-zo 12-17u. Inl.: 070 3658985
/ www.stroom.nl (foto: zaalaanzicht
Stroom)
|