Bronzen Adam voelt zich een dure duiventil
(NRC Handelsblad, 17 november 2006)
Zwolle is vol. Die conclusie van de plaatselijke commissie Beeldende
kunst, die haar niet door iedereen in dank wordt afgenomen, leidde
tot een uniek kunstbeleid: openbare kunst mag alleen als het immaterieel
en tijdelijk is. "Zwolle staat al vol sculpturen, verkeersborden
en reclame. Voor kunst of nieuwe straatverlichting zijn allemaal
commissies nodig, maar het bedrijfsleven kan zomaar een grote lichtreclame
plaatsen die alles wegdrukt. Moet kunst daar ook nog tegen opboksen?"
zegt Leo Kools, voorzitter van de commissie. Alleen kunstenaars
met een goed doordacht plan, dat een relatie aangaat met de stad,
komen in Zwolle nog aan de bak.
"Het westen kijkt alleen naar het westen, maar in Overijssel
durven ze echt hun nek uit te steken" zegt kunstenaar Arnoud
Holleman. Hij is betrokken bij SKOR (Stichting Kunst en Openbare
Ruimte), dat lucht kreeg van het vooruitstrevende beleid van Zwolle
en graag wilde meedoen. Dat kon. In samenwerking ontstond Call Me,
een kunstwerk van Holleman zelf. Hij gaf het beeld van Rodin, de
Adam, op het Grote Kerkplein een telefoonnummer. Wie belt, krijgt
het kunstwerk aan de lijn.
"Ik ben een echte Rodin, mijn papieren kloppen," snauwt
Adam de beller hooghartig toe. Hij is ooit aangekocht als prestigeobject,
niet uit echte kunstliefde. Hij voelt zich miskend en ongelukkig.
"Al veertig jaar gefriemel in mijn kruis en getrek aan mijn
vinger," verklaart hij de kleurverschillen in zijn bronshuid.
"Ik ben een dure duiventil." Na zeven minuten hangt hij
op na de menselijke verzuchting "Ik heb zin om te roken".
Hij is dan wel eenzaam en bitter, maar in de eerste twee weken hebben
al vijfhonderd mensen hem gebeld.
Zwolle eist van kunstprojecten dat ze rekening houden met het publiek,
aanzetten tot participatie. Zo plaatste Rudy Luijters voor een epilepsiecentrum
een grote lindeboom, rustgevender en functioneler dan welke sculptuur
dan ook. Saskia Korsten richtte een tent in waar de mensenschuwe
Italiaanse kunstenaar Luis Listoni in stilte zou werken. Wilde verhalen
moesten de ronde doen en dat gebeurde. Doel: sociale cohesie bevorderen.
De omwonenden waren in elk geval gemeenschappelijk not amused toen
aan de waarheid aan het licht kwam. De linde, Listoni en Call me
hebben gemeen dat ze contact zoeken met Zwollenaren. Maar ook schoppen
alle drie tegen de autoriteit van kunst. Gooien ze in Zwolle zo
graag heilige huisjes om? Kools: "Mensen moeten wel ernstig
nadenken over wat kunst nog kan vertellen in een binnenstad."
Helemaal uniek is Call me niet. Telefonische en audioboodschappen
koppelen aan beeldende kunst begint al bijna een platgetreden terrein
te worden - Egied Simons, Dick Verdult en het Hootchie Cootchie
collectief hebben er al kunstprojecten in de buitenruimte een stem
mee gegeven. Bij Adam bekruipt je dan ook het gevoel van een grap
die je vaker gehoord hebt. Maar dat vergeef je Holleman. Want hij
gebruikt Adams stem anders: hij zorgt dat een kunstwerk zich bewust
is van zijn eigen bestaan. In de postmoderne literatuur struikelde
je over personages die wisten dat ze gevangen zaten in een boek,
in de beeldende kunst is dat nooit zo'n hype geworden.
Holleman blies Rodins Adam leven in en gaf het een bewustzijn van
zijn eigen betekenis als kunstwerk in Zwolle. Al houdt hij er niet
van postmodern genoemd te worden, Holleman geeft toe dat de deconstructie
van mythes en werkelijkheden hem wel bezig houdt: "Is dit beeld
Adam, een man, of een hoop brons?" Met die dubbelheid hoor
je de Adam worstelen. Als je hem 's avonds belt vanaf het plein,
zijn alle horeca en monumenten uitgelicht, maar zelf staat hij in
het donker. Dan begin je met het beeld mee te leven. Net zoals robots
in films soms weten dat ze 'maar' een robot zijn, heeft dit kunstwerk
een identiteitscrisis. En die hoort kunst ook te hebben, zeggen
de kunstenaar en de opdrachtgever.

Arnoud Holleman, 'Call Me - 0900 400 4242', Grote Kerkplein 1,
Zwolle. www.skor.nl
|