Even alles vergeten
(AMC Magazine, november 2015)
Het is dat het er regent maar voor de rest is de straat, met Belgisch
uitziende huizen, zo verlaten dat het filmbeeld de schijn heeft
van een architectuurfoto. Tot ineens een man naar buiten komt om
de auto te wassen. Dan verandert de foto in een filmscène
waarop alle kijkers hun blik op dit scherm zullen richten, zo de
andere zeven videoschermen van dit video-achtluik in hun ooghoeken
verliezend. Terwijl juist dan iets kan gebeuren op die schermen.
Dit spel van stilte en actie geeft een ingenieuze spanningsboog
aan deze video-installatie, Let us be Cheerful, van kunstenaar Sarah
Carlier (1981). Zelf van Belgische komaf woont ze al jaren in Nederland,
na een fotografieopleiding en masterstudie in Den Haag en Breda
te hebben gevolgd. De afstand tot haar moederland bleek haar filmische
en fotografische werk inhoudelijk te voeden: Het meeste werk
had niet kunnen ontstaan zonder emigratie. Ook door het missen van
mijn thuisland, het er zijn en dat weer afstoten.
Zo trof Carlier deze ogenschijnlijk Belgische huizen in Den Haag,
Ypenburg, want herkenning kun je vinden waar je die niet verwacht.
In een andere scène, een lammetje van vanille-ijs, combineert
ze algemene Belgische katholieke gebruiken met eigen jeugdherinneringen.
Toen zij als meisje communie deed, verheugde ze vooral op het aansnijden
ervan. Maar dat bleek een ontgoocheling: het lam bloedde na het
aansnijden niet de beloofde rode saus. Die anticlimax zette haar,
toen al, aan tot denken over de functie van rituelen, vertelt ze
in haar atelier in het Haagse centrum.
In het ambitieuze video-achtluik Let us be cheerful wordt deze
scène een religieus getint stilleven, omringd door zeven
filmschermen geïnspireerd op andere gebruiken, tradities, herkenbare
culturele waarden. Ze gaan over wat ons mensen bindt, variërend
van verdriet en afscheid tot momenten van vreugde. Zo wordt een
auto gewassen in de regen, laat een man in een kelderruimte een
kanarie los, knapt een ballon op een cactus en wordt as verstrooid
over zee. Tussen dit alles zingt het mannenkoor wiens naam Carlier
als titel leende: Gaudeamus, oftewel laat ons vrolijk zijn, Let
us be cheerful.
Drie jaar werkte Carlier met een kunstenaarsblik aan deze ruimtevullende
installatie: associatief gecomponeerd, zonder een lineaire verhaallijn.
Ze besloot de acht schermen naast elkaar op te stellen, als een
fries, in twee hoeken. Een beschouwer kan nooit het geheel in een
oogopslag waarnemen maar zit als het ware in het kunstwerk, omringd
door beeld. Zo wil ze het publiek uitdagen om te schakelen, goed
te kijken, en geduldig te zijn.
Sommige beelden ensceneerde ze, andere trof ze gewoon zo aan. Zo
gebeurde het dat ze voor een artist-in-residency te gast was in
een oud kasteeltje in Frankrijk en niet kon slapen. 'Wat hoor ik
toch?' dacht ze en ging op onderzoek uit. Ze trof een emmer onder
een lekkage, waar ze enkel maar een camera op hoefde te zetten.
Nu in de installatie bepaalt deze scène het ritme, druppelend
als een tikkende klok. Omlijst door bewegende beelden voltrekt zich
van hieruit een raadselachtige constellatie van beelden stil,
beweeglijk, met humor, onverwachtheden, en poëzie.
En film of niet, Carliers werk behoudt een fotografische kwaliteit.
Ze zoekt manieren om alles in één beeld te vertellen,
het moment op te rekken, daarin de kijker mee te krijgen. Dat zag
je ook in de panoramische familiekroniek over een Roemeense familie
die ze eerder maakte, toen nog met zowel film als fotografie. Binnenkort
reist ze met haar filmcamera naar het zuiden van de VS voor een
onderzoek naar de geschiedenis van mensenrechten en in Europa wil
ze zich onder andere verdiepen in de stroom van vluchtelingen: Het
gaat me niet om een politiek standpunt maar om het menselijk aspect.
Ik heb emotie nodig voor ik iets kan maken.
Tussen die nieuwe plannen door kan Carlier terugblikken op een
succesvol jaar. Na een vertoning in Galerie Liefhertje toonde het
Stedelijk Museum Amsterdam interesse in Let us be cheerful. Het
nam het werk op in een expositie en kocht haar artist copy nadat
de film oplage één net aangekocht was
door de Stichting JC Art Fund. Dat op zijn beurt besloot genereus
om het werk voor vijf jaar uit te lenen aan het AMC, dat het vanaf
november als installatie zal opbouwen in de wachtruimte van de prikpoli.
Wij hechten er waarde aan dat kunst voor een breed publiek
toegankelijk is, waarbij wij denken dat dit werk juist een rustgevende
werking kan hebben op de bezoekers van het AMC, aldus het
fonds.
Deze monumentale video-installatie is zeer welkom bij het AMC,
waar de afdeling Kunstzaken al langer meer videokunst wil laten
zien en met de mogelijkheden experimenteert. Immers, video biedt
bezoekers een andere ervaring dan niet-bewegende kunst. Als je naar
een film kijkt, ben je even weg, vergeet je alles. Carlier vindt
het spannend. Een ziekenhuis is een omgeving waar je niet
voor de kunst komt. Maar ik vermoed dat het laagdrempelig genoeg
is. De fragmenten zijn aan mensenlevens verbonden. Die kunnen we
allemaal herkennen.
Al heeft de film een begin en eind, je kunt er elk moment in en
uit lopen en toch een hele indruk mee krijgen. En ja, daar zal ze
net als destijds in het Stedelijk geregeld undercover rondlopen,
antwoordt ze desgevraagd. En niet alleen om reacties te peilen:
Mijn artist copy heb ik niet meer, straks heb ik het een jaar
niet gezien. Dan moet ik ervoor afreizen naar het AMC om het te
kunnen zien. Net als ieder ander.
Dit artikel verscheen in het AMC Magazine, november 2015, in zijn
geheel na te lezen op issuu.com.
Foto: videostill 'Let us be cheerful'
|