The Fish Pond Song
(NRC Handelsblad, 5 april 2008)
Heel wat kunstenaars groeien op in middelgrote gemeentes. Niet
heel veel kunstenaars blijven er. Middelgrote gemeentes zijn nogal
gemiddeld. Meestal hebben ze eenzelfde soort winkelcentrum met een
Blokker en een Kruidvat, daaromheen na-oorlogse woonwijken, aangrenzend
bedrijventerreinen en soms, als ze nog wat groter zijn, een rondweg.
Je zou dan ook niet verwachten dat een kunstenaar filmbeelden voor
een museale solo zou opnemen in een gemeente als Schijndel, een
groot Brabants dorp dat na de oorlog uitgroeide tot industriekern
nabij de A2 en de A50. Toch is dat wat kunstenaar Jeroen Kooijmans
heeft gedaan. Zijn tentoonstelling The Fish Pond Song bestaat uit
één videoinstallatie, opgenomen net buiten de bebouwde
kom van Schijndel.
Kooijmans viel de laatste jaren op als videokunstenaar - vreemd
dat die term in dit digitale tijdperk nog steeds niet vervangen
is - die films maakte in onder meer New York. Het Stedelijk Museum
Den Bosch, tijdelijk gevestigd in een bedrijfspand, stelde hem de
achterste van zijn bedrijfshallen ter beschikking. Kooijmans vulde
die met vier houten huizen, die door suppoosten elk kwartier open
en dichtgeklapt worden, zodat steeds nieuwe ruimtelijke indelingen
ontstaan met variaties in openheid en donkerte. Maar vooral dienen
de huizen, muren, vloer en plafond als achtergrond voor filmbeelden
van vennetjes en bosschages die Kooijmans door de hele ruimte heen
projecteert.
Hoe poëtisch de titel ook moge klinken, de tentoonstelling
laat een Hollands, alledaags landschap zien. Behalve dan dat in
het water drie wit beschilderde vrouwen staan met elk een soort
vogelmasker op, en we militairen in camouflagepakken zien, die met
takkenbossen op hun helm door het water waden. Heel veel beweging
zit er niet in en de witte sirenes kijken eerder verveeld dan verleidelijk.
Alsof ze weten dat je in Schijndel niet op andere mythologische
figuren of gewapende krijgers hoeft te rekenen.
Ontheemden in de natuur: in zekere zin sluit Kooijmans' film aan
op een lange kunsthistorische traditie. Millais' verdronken Ophelia,
Turners treinlocomotieven, Renoirs stedelingen die buiten aan het
schommelen zijn. Anderhalve eeuw geleden bloeide dit verlangen naar
de natuur op, het willen ontvluchten van de steden en de middelgrote
gemeentes van toen. Sommige kunstenaars gingen hardcore voor de
verloren idylle. Anderen verbeeldden juist de moderne tweespalt
tussen cultuur en natuur. Zij schilderden stedelingen die vanuit
treincoupés het landschap in keken, zonder vies te hoeven
worden. In die lijn past Kooijmans' natte, nuchtere sprookje. Achter
de bosjes die hij filmt, vermoed je geen draken en ridders, maar
de A2 en A50.
Het is geen mysterieus landschap en al helemaal niet ongerept.
'Kom snel binnen en trek iets warms aan,' denk je als je Kooijmans'
personages ziet, een gevoel dat je normaliter nooit krijgt bij beeltenissen
van badende sirenes die wachten op langsvarende mannen. Dat je toch
wordt meegesleept in dit koude en bewolkte universum, is te danken
aan Kooijmans multisensorische, multidimensionale aanpak. Overal
om je heen hoor je druppelgeluiden en zie je grijze wolken langsdrijven.
De houten huizen bevatten spartaanse meubels en werpen harde schaduwen,
die een skyline van Hollandse puntdaken vormen. De hele ruimte is
getransformeerd tot een vochtige, groene wereld. Brrr.
Volgens het persbericht is dit kunstwerk een voorzet voor een film
over oorlog, geloof en ongeloof, goed en kwaad. Dat klinkt goed,
al moeten die thema's wel uitgewerkt worden, want aan deze presentatie
zie je ze niet af. En Kooijmans moet er ook op letten dat hij bij
een volgend resultaat opnieuw groots uitpakt met zo'n alomvattende
installatie die de bezoeker onderdompelt in zijn fantasie. Want
op één enkel beeldscherm zal deze rare verkleedpartij
nooit overtuigen.

Tentoonstelling: The Fish Pond Song, t/m 12 mei 2008 in het Stedelijk
Museum Den Bosch, Magistratenlaan 100, Den Bosch. Inl.: 073 627
3680 / www.sm-s.nl / www.jeroenkooijmans.com
|