Lichtinstallaties met sfeer van verval
(NRC Handelsblad, juni 2008)
Musea waar niemand komt, zijn de mooiste musea, verzuchtte W.F.
Hermans ooit en verbaasde zich er vervolgens over dat hij er zelf
ook nooit kwam. Misschien komt het doordat sommige musea zo afgelegen
liggen. Wie vanaf Zwolle het boemeltje naar Heino neemt en dan de
bossen in loopt, vindt daar Kasteel Het Nijenhuis. Op een gemiddelde
vrijdagmiddag is het er doodstil, zowel binnen als buiten. De suppoost
loopt om half vijf met me mee naar buiten om een sigaretje te roken
en de boel dicht te doen. Er komt toch niemand meer. Het is vermoeiend
om een hele dag binnen te zitten, biecht hij op. Dat is te begrijpen.
Behalve eenzaam is het binnen ook een beetje donker. Maar in die
donkere stilte komt wel de huidige tentoonstelling tot zijn recht.
Elise van der Linden is een jonge kunstenaar (1983) met een hang
naar het verleden. In de collectie van Het Nijenhuis bracht ze zes
lichtinstallaties onder die een sfeer van verval en nostalgie oproepen.
Ze bedekte een reeks stoelen met een witte lap, als een stofhoes,
waar ze plantenornamenten op projecteert die de meubels overwoekeren.
In het donkere tussenkamertje ernaast staan lege hutkoffers. Door
een schijnsel van golven lijken ze te dobberen in zee. Als je erin
kijkt, tuur je in een eindeloze zwarte diepte.
Het Nijenhuis is een Middeleeuws kasteel dat eeuwen lang werd bewoond
door adellijke geslachten. Gelegen in een prachtige tuin ademt het
landgoed de rijkdom van weleer. Van der Linden houdt van die sporen
van voorbije glorie, soms zwelgt ze er een beetje in. Op het beschilderde
plafond van de engelenkamer projecteert ze vlinders
en groeiende barsten, verderop staat een kastje met een bruidssluier
waar licht op dwarrelt. Een barstend plafond, een sluier zonder
bruid - Van der Linden lijkt geen moeite te hebben met vette clichés.
Nostalgie en clichés in de kunst zijn een beetje listig
het is toch de bedoeling dat kunstenaars iets nieuws verzinnen.
Of er op zijn minst een goede show van maken. Dat laatste doet Van
der Linden met de computeranimatie Ozon. De film draait
in de donkere, oude bibliotheek en toont een landschap bij ondergaande
zon. De lucht is rood, de natuur dor en zanderig, de soundtrack
een pianogepingel dat eerder een film uitluidt dan aankondigt. Ja
inderdaad, denk je als kijker, de wereld is eindig, wij zijn slechts
zeepbellen, en gaan allen roemloos ten onder. Wie met een bedrukt
gemoed de bibliotheek verlaat, ziet om de hoek van de deur de al
even donkere Zondvloed hangen, een prachtig klein doekje van Jozef
Israels. Ooit vol passie geschilderd hangt het er nu stil te wachten
of er nog wat nageslacht komt kijken.
Niet alle werken van Van der Linden zijn even geslaagd maar, ze
functioneren wel. Dat wil zeggen: ze kleuren je kijk op de rest
van het museum. Via haar blik wordt de ooit moderne zitkamer nu
een plek voor verstomde gesprekken. Het imposante trappenhuis van
nepmarmer is nu de hangplek van een suppoost. De portrettenzaal
met geschilderde rijkelui in hun mooiste zeventiende-eeuwse kragen
nu allemaal dood en vergeten.
De mevrouw bij de kassa vindt het leuk dat ik er was. Er komen
niet veel jonge mensen, zegt ze. Ik ga er een stukje over schrijven,
zeg ik, misschien helpt dat. Ze knikt. Via de buitententoonstelling
van beeldhouwer Adri Verhoeven, wiens abstracte stenen in het uitgestrekte
grasveld ook iets eenzaams krijgen, loop ik terug richting het stationnetje
van Heino. In de verste verte is er geen verkeer of levende ziel
te bekennen. Hermans had gelijk. Dit zijn de mooiste musea.
Tentoonstelling: Elise van der Linden, Schijnsels van tijd,
t/m 24 augustus in Kasteel Het Nijenhuis, t Nijenhuis 10,
Heino / Wijhe. Di-zo 11-17u. Inl.: 0572 388188 / www.museumdefundatie.nl
(foto: Elise van der Linden, Ozon)
|