Eerlijk gestolen
(AMC Magazine, april 2016)
ZTja, wat moet je daar nou van denken als kunstenaar. Wie de afgelopen
weken de AMC Brummelkampgalerie in liep, zag er twee werken van
Wouter van Riessen, bekend om zijn gestileerd geschilderde poppen
en personages in gladde lijnen. Het AMC bezit een gezeefdrukt dubbelportret
van hem, waarin twee mensfiguren onherkenbaar bedekt worden door
narcissen. Ze hebben het maar te ondergaan. Zoals ook Van Riessen
dit maar te ondergaan heeft: dat niet zíjn werk hier getoond
wordt, maar een kopie. Het lijkt op het origineel maar is groter,
ietsjes slordiger ook wel lijkt het, en geprint op het soort weerbestendige
zeildoek dat als reclamemateriaal aan gevels hangt.
En het wordt nóg erger. Want dichterbij gekomen zie je iets
vreemds aan de lijnvoering gearceerd, gepointilleerd misschien?
Nee, niets daarvan. Het is het logo van het AMC, eindeloos herhaald
in knalkleuren, waaruit deze kopie van Van Riessens voorstelling
is opgebouwd. Wat schaamteloos. Hoe durft een ziekenhuis zo ver
te gaan in het zich profileren met zijn kunstcollectie. Kunst versmelten
met een logo? Kan dat zomaar?
Nee, dat kan niet. Maar niet het ziekenhuis overtreedt auteurswetten,
het is een kunstenaar die dit schilderij met huisstijl versmelt:
de Zwitserse Céline Manz (1981), woonachtig in Bazel en Amsterdam.
Alles wat ik doe is positief bedoeld richting andere kunstenaars,
vertelt ze via Skype vanuit Bazel: Voor kunstenaars zijn kunstwerken
hun babies. Daar wil ik respectvol mee omgaan. Deze kopieën
meervoud, Manz imiteerde meer kunstenaars provoceren
niet om het choqueren, maar om voor haar belangrijke discussies
uit te lokken. Door kunst en logo's zo letterlijk te mixen, stelt
Manz de vraag hoe kunst met bedrijven, ziekenhuizen of andere verzamelaars
versmolten raakt door de aanleg van bedrijfscollecties. Wordt kunst
dan een uithangbord voor een bedrijf, ook een soort logo
waar ligt de grens?
Deze vraagstelling past bij een terugkerende vraag in Manz' oeuvre:
hoe ver mag je als kunstenaar gaan als je iets wilt doen met beeldcultuur,
artistiek eigendom, authenticiteit, eigenaarschap? Juridisch gezien
mogen kunstenaars niet andermans kunst, huisstijlen of bedrijfslogo's
verbeelden. Hierover gaat haar serie Banners, waar deze banier met
Narcissen deel van uitmaakt. Deze serie maakte ze vorig jaar voor
een jubileumtentoonstelling van de VBCN, de Vereniging Bedrijfscollecties
Nederland, waar ook het AMC bij aangesloten is. De expositie was
cijfermatig ingericht: twee curatoren kozen de meest gemiddelde
en de meest uitzonderlijke kunstwerken (gebaseerd op prijs, formaat,
techniek). Uit de lijst meest gemiddelde kunst koos Manz op haar
beurt schilderijen met een zekere grafische reproduceerbaarheid,
met gladde lijn en verf zoals Van Riessen. Deze ging ze namaken
in Photoshop. Het moest eruit zien als een snelle en gemakkelijke
kopie, maar het moest ook lijken op het origineel. Al ging
die 'snelle' toets zo langzaam dat ze door het muizen een tijd lang
flinke polsklachten had.
Alles begonnen in Photoshop bestaan deze banners in eerste instantie
online: digitaal nagemaakte kunstwerken uit bedrijfscollecties,
getekend met een 'kwast' in de vorm van een logo van het bedrijf.
Online vormen ze een visueel kabaal met knipperende logo's, zoals
hinderlijke pop-upschermen óók banners. De
afdeling Kunstzaken van het AMC vond het dusdanig intrigerend dat
het haar Narcissen aankocht, iets wat Manz verheugt: Ik vind
het mooi hoe het werk in een ziekenhuis deel wordt van een grotere
wereld, zonder witte museummuren. Het is geen plek om over kunst
te contempleren, maar in Amsterdam merk je een sensitiviteit voor
kunst, meer dan in Bazel. Dit werk heeft vrolijke kleuren, ik hoop
dat dit patiënten en hun naasten opbeurt. Ik zou een ziekenhuis
nooit een somber werk verkopen.
Toch zijn vrolijke kleuren geen criterium voor het kunstbeleid
van het AMC, eerder past Manz' werk in de collectie omdat het conceptueel
is en kwesties rond authenticiteit bevraagt. Dat was een rode draad
in de expositie met nieuwe aanwinsten onlangs in de AMC Brummelkampgalerie.
Meerdere kunstenaars, ook vaak jong, bleken er andermans beeldmateriaal
te gebruiken voor commentaren op originaliteit en beeldcultuur.
Lennart Lahuis bewerkt bestaande foto's tot onherkenbare abstracties.
Dieuwke Spaans en Sybren Renema maken collages van ansichten en
gevonden foto's. Daniëlle van Ark, die objets trouvés
gebruikt, toonde een sculptuur. 'Reappropriaton' heet zulk gapwerk
in internationale kunstkringen. Kan dit soort kunst straks niet
meer?
Dat is waar Manz bang voor is: de wetten op auteursrecht lopen
achter op de kunstenaarspraktijk en smoren conceptuele bewegingen
in de kiem. Dat wil ze tegengaan. Daardoor hebben haar Banners een
artistieke én een politieke betekenis: het is een vrijheid
van meningsuiting die ze nastreeft. Daarom runt ze bovendien een
eigen kunstplatform, Studio 47, waarin ze kunstenaars uitnodigt
om appropriation-projecten te ontwikkelen. Met een eigen uitgeverij,
Studio 47 Press, geeft ze bovendien publicaties uit gratis
beschikbaar net als haar kunst zoals haar eerdere collages van
'geleende' modefoto's (als u haar Narcissen in huis wilt hebben,
kunt u ze in hoge resolutie van haar website downloaden en printen).
Intussen zijn de Banners een uitnodiging om haar aan te klagen,
zoals ze het zelf zegt, wat ze zich financieel niet kan permitteren.
Dus intussen gaat ze door op allerlei niveaus. In samenwerking met
juristen, kunsthistorici en curatoren heeft ze zelfs het voortouw
genomen om een amendement op de Europese copyrightwetgeving te schrijven:
een juridische uitzonderingssituatie scheppen op basis van originaliteit.
Zo wil ze zorgen dat de kunsten de vrijheid hebben om door te gaan
met het stellen van kritische vragen over de wereld waar we in leven.
Verschenen in het AMC Magazine, april 2016. Na te lezen op issuu (foto: Céline Manz, 'Wouter van Riessen - Narcissen', 2015. 216x308 cm. digitale print)
|