Een blauwe stoelzitting als zeegezicht
(NRC Handelsblad, 28 december 2007)
"Was u op de opening? Nee? Dan moet u wel weten dat er iets
ergs is gebeurd," vertelt Akiem Helmling van Galerie West aan
iedereen die er binnenloopt en wijst naar de houten spaanders op
de vloer. "De kunstenaar, Matthijs Bosman, had een stuntman
ingehuurd om op het houten balkon te staan. Toen ontstond ruzie,
over geld. Toevallig had de kunstenaar een pistool op zak en schoot
de man neer." Het publiek had er ongemakkelijk bij staan kijken:
is het echt? Moeten we helpen? Toen Helmling verder was gegaan met
keuvelen, waren de bezoekers gerustgesteld: het was maar kunst.
Bosman exposeert in de galerie samen met Harmen de Hoop, net als
hij een kunstenaar wiens ingrepen je moeilijk als kunst herkent.
De Hoop werkt in de openbare ruimte. Hij hing een spandoek met 'gevaarlijk'
op een klimtoestel in een speeltuin, dat daarna natuurlijk leeg
bleef. Posters met 'gebruik een condoom' plakte hij op een rotsachtig
hoekje in een park. Fotoboekjes van deze acties liggen in de galerie,
evenals stencils met tips om op straat groenten te telen. Op de
muren van de galerie hing hij fotoposters van een weggesleten zebrapad
en een kaalgetrapt voetbalveldje. Daarnaast hangen offertes van
een schildersbedrijf en hovenier voor het opknappen van deze plekken.
Dit werpt de vraag op of kunstenaars de taak hebben om de openbare
ruimte te verfraaien. En zo ja, is het laten bijschilderen van een
zebrapad dan nog kunst?
Zoekend naar de functie van kunst houden kunstenaars zich al generaties
bezig met de scheidslijnen tussen kunst en 'echt'. Bosman en De
Hoop doen dat door het publiek te verleiden om anders te kijken
naar alledaagse objecten en plekken. Soms doet dat denken aan de
bekende grap van galeriebezoekers die ernstig naar een brandslang
staan te kijken in de veronderstelling dat het kunst is. Galerie
West heeft geen brandslang maar Bosman betitelde een afgedankte
blauwe zitting van een wachtkamerstoel als kunst. Hij noemde het
een zeegezicht en hing het aan de muur. De allure van een galerieomgeving
doet de rest. Andersom brengt hij ook kunst naar buiten, door choreografieën
te ontwerpen voor een dansje op straat. De stoelzitting kost zevenhonderd
euro, stencils met de choreografieën zijn gratis af te halen.
Bosman en De Hoop doen suggesties om poëzie en schoonheid
te vinden in het dagelijks leven: een stoelzitting als vergezicht,
een boomrooster als moestuin, een wandelingetje als choreografie.
Hun tentoonstelling staat vol praktische objecten en gaat over praktische
zaken zoals groente verbouwen en zebrapaden, zonder dat hun werk
nu echt iets 'nuttigs' oplevert. Dit is kunst die geen nut heeft,
maar zin. En dat is misschien wel de belangrijkste functie van kunst.

Matthijs Bosman en Harmen de Hoop, 'Scènes, rekwisieten en
andere opties', t/m 12 januari 2008 bij Galerie West, Groenewegje
136, Den Haag. Wo t/m za 12-18u. www.galeriewest.nl
|