Knus wachten op de catastrofe
(AMC Magazine, mei 2012)
2012 wordt het jaar dat de wereld vergaat. Het zou al millennia in de Majakalender staan, we hebben nog pakweg zes maanden. Waar moeten we heen, wat heeft nog zin? Misschien kunnen we troost vinden in het bouwsel van Rob Voerman dat deze lente opent bij het AMC. Voerman is een kunstenaar die wordt gefascineerd door catastrofes. In zijn grafische werken tekent hij allesverzengende ontploffingen en als tegenhangers bouwt hij sculpturale schuilplekken: kamertjes, hutjes, huisjes, bric-a-brac constructies. Daar kunnen we ons even beschermd wanen als de buitenwereld zich zo dramatisch tegen ons keert.
Zo ook het gebouwtje bij het AMC. Het is een kleine cocon, knus, met een bar bovendien. Als het even kan, voorziet Voerman zijn gebouwtjes van drink- en rookgelegenheden. Drinken verbroedert en in tijden dat de wereld vergaat is er weinig anders dat nog zin biedt. Geplaatst in een vierkant perkje vlakbij de psychiatrische afdeling, is het huisje omringd door zacht boomschors en gekromde zitbankjes. Die laatste ontwierp Voerman speciaal voor deze locatie. Daar kunnen medewerkers tijdens de lunchpauze gaan zitten, bij gebrek aan drankvergunning kunnen ze beter zelf een broodtrommel met wodka meenemen.
Maar is het nu een beeld, een object, of, wat is het eigenlijk? "Ik zou het gewoon een beeld noemen," reageerde Voerman eerder dit voorjaar vanuit New York. "Maar ja, het is ook een huisje natuurlijk. Met kenmerken van zowel een kerk, nachtclub, schuurtje als bunker." Voerman was in New York voor een werkperiode bij het gerenommeerde ISCP, waar hij inspiratie kon opdoen met zijn voorliefde voor onmetelijke, door rampen geteisterde steden. Zijn doemkunst raakt niet alleen een gevoelige snaar in het keurig uitgedokterde Nederland. Dat merkte hij toen hij zijn apocalyptische visioenen opgesteld zag staan in galeries en beurzen in New York, waar ook de zanger van REM en de beroemde feminist Kiki Smith Voermanfans bleken te zijn. Van dat kosmopolitische bestaan reisde hij dit voorjaar terug naar Arnhem, naar zijn atelier, om ook nog even met een potje verf bij het AMC te stoppen. Hij moest wat hoekjes aanstippen zodat het nu weer spiksplinternieuw oogt.
Het beeld dateert namelijk alweer uit 2009, toen Voerman het speciaal ontwierp voor de Bijlmer. Een grote kunstroute met buitenkunst wilde laten zien dat de Bijlmer weer oké is, via kunst die inhaakte op deze omgeving. Toen Voerman er aan de slag ging, viel hem op dat de Bijlmer ruimtes mist die een soort grijs-gebieden vormen in steden: "Ruimtes en plekken waar nog mogelijkheden zijn voor alternatieve initiatieven. Schuurtjes zoals je die vindt in achtertuinen, waar wat wordt aangerommeld. En dat juist in een wijk waar heel actieve en levendige gemeenschappen uit vele windrichtingen gehuisvest zijn."
Maar zoals de Bijlmer tot in alle gaatjes functioneel is uitgedacht, is de omgeving van het AMC dat natuurlijk ook. Hier vind je ook geen wildgroei aan krakerspanden of boomhutten. Zodoende is het Bijlmerbeeld ook hier op zijn plek als contrast met het keurig vierkante plantsoentje waar het in staat. De titel, 'Not-in-my-Backyard', verwijst ernaar dat het een misbaksel is, een zwerver, een puist in de planologie.
Maar, al ziet het eruit alsof het schots en scheef in elkaar is gezet met bananendozen, niets is minder waar. Op een degelijke ondergrond van H-balken rust een skelet van stalen wanden. Ze zijn deels grijs gelakt, deels opgebouwd uit groen en bruin geverfde plankjes. Het heeft een grofvuilachtige look and feel, maar het materiaal is oerdegelijk gepantserd - hufterproof en afsluitbaar om zorgenloos nachten in de buitenruimte door te brengen. Tussen de metaalplaten rijzen rode glas-in-loodramen hoog en gotisch op. Alleen, wie binnenstapt zal zich niet wanen in het goddelijk licht van de Heilige Geest, eerder bieden de ramen uitzicht op een wereld die bloedrood kleurt door een naderende apocalyps.
Het beeld bij het AMC kan zijn wat je er maar in wilt zien - een kerk, een krot, een ruimteschip met de omringende bankjes als landingsgestel. Voerman heeft er lol in om in zijn bouwsels ongelijkvormigheden te combineren. Behalve kunstruimtes annex bar ontwierp hij al een auto annex huis en zelfs een bejaardentehuis annex varkenskot - een idee dat nog niet is omarmd door projectontwikkelaars. Door de fantasie te prikkelen wil Voerman een tegenwicht bieden tegen een verbeeldingsloze wereld waar alles gewoon is wat het is - een bankje is altijd een bankje, een prullenbak altijd een prullenbak. Het leven is al zo voorspelbaar. Zo niet in Not-in-my-backyard, een concentratie van allerlei fantastisch drama. Maar er gewoon je boterham opeten mag natuurlijk ook. Zeker als blijkt dat het werk en de wereld in 2013 nog gewoon bestaan.

Verschenen in het AMC Magazine, mei 2012: na te lezen op
issuu.com
|