De keerzijde van efficiëntie
(H Art, 15 september 2016)
Hij heeft caravans ontworpen, organen van polyester, sculpturen met gezichtsloze mannetjes, een heuse lijn kantoormeubelen, en staat bekend om de vrijstaat die hij eind vorige eeuw probeerde te stichten in de haven van Rotterdam. Maar de laatste jaren werkt Joep van Lieshout, onder de naam AVL of Atelier van Lieshout, vooral aan één thema: een totalitaire staat. En omdat totalitair denken zo rechtlijnig is dat het geen andere ideeën of thema's tolereert, is de huidige tentoonstelling van Atelier van Lieshout enkel daaraan gewijd - een scherpe keus die de expositie ten goede komt. Het gaat over een compleet functionele wereld, waarin niets verloren gaat en niets overbodig is. De tentoonstelling begint met een schilderij waarop een uiterst simpel schema staat: geschikt voor arbeid gaat naar het callcenter, ongeschikten treft een ander lot. Dat lot, dat wordt in de rest van de expositie uit de doeken gedaan: dat is het vermalen worden tot voedsel voor andere, beter functionerende mensen. De grappige gezichtsloze mannetjes die AVL altijd maakt, zijn hier niet meer grappig. Ze zijn gezichtsloos omdat ze anoniem opgaan in dit systeem, deze totalitaire wereld met de veelzeggende titel 'Slave City'.
De expositie begint met een grote installatie waarin Van Lieshouts mensvormige sculpturen veranderen in ledenpoppen omringd door medische apparatuur. Het is een kruising van een abattoir en ziekenhuis. De slappe lijven worden in stukjes ontrafeld. Delen verdwijnen in emmers, andere hangen er uitgebeend bij. Dit is niet hoe we met mensen omgaan, het is hoe we dieren behandelen. In een lange rij staan deze installaties opgesteld, naast de kleine kabinetten van het museumgebouw. Daarin hangen schilderijen die een meer alledaags beeld geven: callcenters, computers, elektronische toegangspoortjes, mensen aan het werk of met kinderen of zittend op bed. De combinatie van die gewone taferelen met de ongewone installatie werkt indringend. De schilderijen tonen een herkenbare wereld, de installaties een wrede en totalitaire wereld. Door die twee bijeen te brengen, laat Van Lieshout zien dat een totalitaire dreiging niet enkel bestaat in gruwelen, maar ook in een glijdende schaal, stapjes voor stapjes, tot een dictatuur totaal is.
Kunsten zijn goed in het schetsen van dystopieën (utopieën die omslaan in een gruwelwereld). De glijdende schaal in Van Lieshouts Slave City heeft overeenkomsten met het boek De Cirkel van Dave Eggers. Dat gaat over een soort Facebook dat alle privacy onmogelijk maakt. Het bedrijf weet uiteindelijk alles van iedereen, en daarin gaat Eggers maar een stapje verder dan wat digitale bedrijven nu doen, mensen op vriendelijke wijze uitnodigen om zich bloot te geven. Een vriendelijke dictatuur, als er een totalitarisme is dreigt in de westerse wereld nu, dan zou dat het kunnen zijn. Daarover schreef filosoof Hans Schnitzler vorig jaar het boekje Het Digitale Proletariaat, waarin hij aangeeft dat de maatschappij met zijn alomtegenwoordige sociale media niet doet denken aan George Orwells 1984 maar aan Aldous Huxleys 'A Brave New World': met onverschilligheid geven we vrijheid en autonomie op voor comfort en consumptie. Dat is ook te lezen in het boek van Eggers. En dat laat ook Van Lieshout zien: efficiëntie en recycling zijn toch goed, dus, waar hebben we het over?
Zo'n vriendelijke dictatuur - altijd in contact staan met anderen, je hebt toch niets te verbergen - maakt een boek van Eggers aannemelijker dan de Slave City van Van Lieshout. En aannemelijk betekent bedreigend. Misschien moet Van Lieshout zijn dictatuur ook vriendelijker maken, met meer menselijk gezicht, om het nog griezeliger te krijgen, en daarmee meer aannemelijk. En onmenselijk. Dat klinkt ingewikkeld maar totalitair denken mag dan rechtlijnig zijn, het is ook complex en geraffineerd. En dat betekent dat het moet worden ingemasseerd: wat sociale media doen met likes en smileys, dat kan kunst doen met schoonheid. Met zijn gladde polyester beelden eert Van Lieshout de schoonheid van machines en torens en macht. Schoonheid en vriendelijkheid, dat zijn de gevaren van een dictatuur.
Dat levert een tentoonstelling op met een duidelijk verhaal: alles wat zo verstandig klinkt in onze maatschappij, target-denken en efficiëntie en functionalisme, hebben een keerzijde. Van Lieshouts totalitarisme is een extreme doorvoering van deze tendens. Het '-isme' waar functionalisme op eindigt, zet hij in lijn met fascisme of stalinisme. Maar ondanks het duidelijke verhaal, heeft de tentoonstelling ook een zwakte. Net als Van Lieshouts overzichtstentoonstelling in de Rotterdamse Onderzeebootloods in 2010 eindigt het, na een strak begin, in een kakofonie van verschillende sculpturen, maquettes, meubels. Die veelzijdigheid verzwakt de presentatie. Totalitarisme is niet eenvoudig, maar wel rechtlijnig. Rigide en klinisch zou de presentatie visueel sterker zijn geweest.
Maar inhoudelijk klopt het. Zodoende overtuigt 'Slave City' als rationele maatschappelijke analyse, die Van Lieshout met de jaren in meer details uitwerkt. De expositie toont plattegronden en architectuurschema's van panden waarin functies verenigd worden (wonen, werken, recreëren). Een hedendaags concentratiekamp, noemt Van Lieshout het expliciet naar Duits voorbeeld. Maar dan vriendelijker, althans op het eerste gezicht. Alles is uitgekiend, inclusief schoonheid, kunst en cultuur, bordelen zodat seks zonder ethiek genuttigd kan worden. Ook die vrije seksualiteit doet denken aan Huxleys wereld, waarin liefde is afgeschaft als zijnde ouderwets en de vooruitgang wordt gevierd. In zijn boek werken mensen aan 'utopische' projecten, zoals ook deze Slave City utopisch is: aan alles is gedacht. Net als in onze van comfort en gemakken voorziene wereld, is voor de burgers in Slave City alles geregeld. Netjes. Klaar. Af. Zelfs denken is niet meer nodig. Tegen de tijd dat ze fysiek worden afgedankt, is dat geestelijk al met ze gebeurd.
Joep van Lieshout 'Slave City' tot en met 2 oktober in Museum De Pont, Wilhelminapark 1, Tilburg (NL). Di-zo van 11-17 u.
www.depont.nl
|