Surinaamse kunst met toverkrachten
(NRC Handelsblad, 23 april 2015)
Het omslagpunt was een bezoek aan het familiealtaar van zijn moeder,
in de regenwouden van Suriname. Dat was in 2005, vertelt de Surinaams-Nederlandse
kunstenaar Remy Jungerman in een video in zijn tentoonstelling.
De aanleiding voor het bezoek was het overlijden van zijn vader.
Maar dat altaar, die fysieke locatie met zijn winti-rituelen, juist
op dat moment, betekende zo veel voor Jungerman dat hij besloot
te breken met zijn eerdere werk. 'Dit is wat ik echt ben,' vertelt
hij erover in de video, 'Iets waarin ik geïnitieerd ben'.
Waar dat omslagpunt toe leidde, laat zijn tentoonstelling in het
Haags Gemeentemuseum zien: zes sculpturale installaties, van grote
geometrische vormen. Vierkanten zijn het vooral waarmee het zo mee
kan in de kunstgeschiedenis verderop in dit museum - Mondriaan,
Rietveld. Maar ook hebben ze patronen die Jungerman, zelf opgegroeid
in een Marrongemeenschap, leende van de rijke beeldtradities van
de Marrons in de binnenlanden. Deze nazaten van gevluchte slaven
ontwikkelden in de jaren twintig vorige eeuw stoffen met allerlei
grafische patronen. Prachtig zijn ze en Jungerman verzamelde deze
in zijn atelier. Maar hij wilde meer. En dus meldde hij zich aan
bij de Rietveld Academie in Amsterdam. Daar studeerde hij met als
doel winti-tradities samen te brengen met die andere cultuur die
in de jaren twintig excelleerde in grafische abstracties: de Europese
avant-gardes. 'Crossing the water' noemde hij zijn tentoonstelling
dan ook, over het overbruggen van oceanen.
Culturen mengen is geen wiskundige formule en Jungerman weet dat.
Zijn sculpturen staan dan ook vooral voor hemzelf, zijn esthetiek,
zijn grafische voorliefdes. Hout combineert hij naar eigen inzichten
met geruite lappen, tafelkleedruitjes, Dutch Wax patronen, marrondessins.
Een monochroom blauw paneel à la Yves Klein hangt naast ruiten die
doen denken aan hoe Daan van Golden doodgewone zakdoekpatronen tot
kunst verhief. Een soort Mondriaan aan de keukentafel.
Maar die relativering maakt het bepaald niet onbeduidend. Want wat
Jungerman vooral ook doet, is zijn werk benaderen met de ritualistische
blik van de winti-religie. Het wit waarmee hij schildert is kaolien,
de kleisoort waarmee winti hun huid en Afrikaanse beelden insmeren
tegen kwade invloeden. Hiermee bedekt, beschermt, hij zijn kunstwerken
die bovendien naar rituelen heten - Fodu, Initiands, Obeah. De platte
vierkanten wisselt hij af met kubussen waarvan er een een kruikje
draagt dat met rood draad omwikkeld is, waaraan je de zorgvuldige
handeling af kunt zien. Een abstract kunstwerk ja, maar ook een
altaartje. En even brengt Jungerman ons in gedachten naar het familiealtaar
van zijn moeder.
Zo brengt hij voortdurend elementen samen. Een enkele keer oogt
dat gekunsteld bij een altaarblok met jeneverkruiken naast rumflessen
- iets te Benetton, kleuren hand in hand - maar verder komen de
combinaties vanzelf samen in zijn heel eigen schoonheidsgevoel,
met eerbied en spiritualiteit. En het mooie is: spiritualiteit is
precies wat Mondriaan en consorten nastreefden. Veel museumbezoekers
zullen dat vergeten bij die plechtig gehangen abstracte kunst in
strenge museumzalen, maar ook daarin zit een kosmisch streven naar
het hogere. Met kleur en leven brengt Jungerman die kijk op Mondriaans
esthetiek terug. Oceanen overbruggen, die missie is geheel geslaagd.

Tentoonstelling: Remy Jungerman, Crossing the Water, t/m 16 augustus
2015 in het Gemeentemuseum Den Haag. Stadhouderslaan 41, Den Haag.
Di-zo 11-17u. www.gemeentemuseum.nl.
|