Zooi, show en spiegels: de museale rol gewogen
(NRC Handelsblad, 19 januari 2009)
In Woody Allens nieuwste film 'Vicky Christina Barcelona' speelt de kunstwereld een grote rol. Met een temperamentvolle schilder, want zo zijn schilders, belanden de hoofdpersonen op vernissages waar wijn gedronken wordt, mensen elkaar beloeren, en quasi-intellectueel in de leegte wordt gekletst. Ook in Sex and the City figureerde de kunstwereld als onderonsje van de gegoede klasse met veel blabla. Kunst en musea dienen het dagje uit voor de rijkeren. Voor filmers is het dolle pret om dit te concluderen, voor beeldend kunstenaars is het een probleem. Is het kunstmuseum een plek voor intellect? Of is het een attractie?
Neem het Stedelijk Museum Den Bosch, waar je eerst een restaurant, bibliotheek, winkel en projectiezaal passeert voor je bij de tentoonstellingen belandt. Daar is nu een tentoonstelling te zien die gaat over het kijken naar kunst, en daarmee over de rol van het museum. De expositie draagt de vermoeide titel 'A Never Ending Start', die klinkt als 'daar gaan we weer' - de kunstwereld verklaart zichzelf om de paar jaar in crisis. Om dit continuüm aan te geven, nodigde het museum voor deze expositie drie kunstenaars van drie generaties uit, die goed aan elkaar gewaagd blijken te zijn.
Voor Matthijs Bosman (1976) lijkt de museale rol een uitgemaakte zaak: show. Hij besloot om van zijn presentatie een circus te maken, letterlijk. De buitenkant van het museum versierde hij met kleurige scheerlijnen en vlaggetjes, binnen richtte hij een piste in waar soms een paardje rondloopt. In de piste staan circusattributen semi-museaal opgesteld. Is het de bedoeling dat we ernaar kijken alsof het sculpturen zijn? Of wachten tot de show begint? Bosman laat dat bewust in het midden.
Marjan Teeuwen fotografeert doorgaans verzamelingen troep die ze strak ordent tot geometrische patronen. In Den Bosch doet ze iets anders. Net als Bosman pakt ze uit met een fikse gelegenheidsconstructie. Een hoge trap leidt naar een soort zolderkamer die is volgestouwd met allerlei zooi - snoeren, scherven, halve toetsenborden. Op haar foto's wordt het kunst, maar gewoon zo. is dit kunst? Of toch rotzooi? Ook de derde exposant verwart de bezoeker. JCJ Vanderheyden (1928) exposeert al decennia in musea en zijn presentatie ziet er het meest traditioneel museaal uit: foto's, schilderijen en spiegels aan de muur. Maar schijn bedriegt: ook in dit spiegelkabinet levert kijken weinig op. Overal ziet de bezoeker zijn eigen gezicht. En de foto's en schilderijen gaan over licht en compositie, niet over de voorstellingen die ze tonen (wolkenluchten). Daarmee gaat Vanderheydens installatie over illusie en manipulatie, over idee versus het visuele.
Dus daar sta je dan als bezoeker, naar je eigen spiegelbeeld te kijken of naar een zolder vol bouwpuin. Nadat je net door een circuspiste hebt gewandeld. Vooral Vanderheydens spiegelkabinet zou best in een Woody Allenfilm passen: museumbezoekers die ernstig naar zichzelf staan te kijken en de vertwijfeling onderdrukken wat ze hier toch mee aan moeten. Show, kijken, reflecties en bedrog - op humoristische en intelligente wijze stelt deze ingenieuze tentoonstelling de beeldende kunst aan de orde. Elk van de drie exposanten weet een aspect ervan uit te lichten zonder dat dit 'onderzoeksgebied' er ontoegankelijk intellectueel uitziet. Sterker nog, Bosman bereidt een echte circusshow voor (hij doet zelf alle attracties), die op 15 februari de tentoonstellingen afsluit. Dat het circuspubliek dan eigenlijk naar een onderzoek over het museum als instituut zit te kijken, daar heeft het vast geen last van.
Tentoonstelling: Matthijs Bosman, Marjan Teeuwen, JCJ Vanderheyden, 'A Never Ending Start', t/m 15 februari 2009 in het Stedelijk Museum 's Hertogenbosch, Magistratenlaan 100, Den Bosch. Di en do 13-21u; wo, vr, zo 13-17u. Inl.: 073 6273680 / www.sm-s.nl
|