Rebelse anti-kunst die de tijdgeest genadeloos aanvoelt
(NRC Handelsblad, 17 oktober 2012)
Snel werden de schoonmaakploegen in 2002 in Kassel opgetrommeld. Een onverlaat had het woord 'Terror' gesprayd op de klassieke zuilenportico van het Fridericianum, net toen in dat museum de fameuze kunsttentoonstelling Documenta zou openen. Die vandaal was Marc Bijl (1970), kunstenaar, en dus was zijn vandalisme kunst te noemen - als je wil. Inmiddels woonachtig in Berlijn werkte de Nederlander al geruime tijd aan een heel eigen combinatie van street art, objecten, performances, gevoed door zowel punk en gothic subculturen als door de Duitse Romantiek. In Kassel kreeg zijn zwartgallige urban art een nieuwe betekenis dankzij 9/11 - dreiging vulde de wereld. In Berlijn besloot hij om in een S-Bahn passanten te gaan fouilleren, onder een zwarte vlag waarop in gotische letters 'security' stond - de ironie ontging de Duitsers, gewillig werkten alle forensen mee. Video en foto's van deze illegale performances, waaronder een mode-esk poserende Bijl in strak uniform met nep-uzi - zijn te zien in zijn eerste museale solo, in het Groninger Museum.
Al is dat niet het eerste museum dat deze rebel ontvangt: acht jaar na zijn illegale graffiti vroeg het Fridericianum Bijl eenzelfde daad uit te voeren, nu legaal. Hij kladde 'Modern Crisis' op diezelfde zuilen, nu niet aan actualiteit geholpen door 9/11 maar door de recessie. Ironie en hardheid bleven een constante in Bijls werk. PORN, in glanzend stalen letters op een sokkel, is een persiflage op het gelijkvormige beeld LOVE van Robert Indiana (dat ook al eens is nagedaan in de letters AIDS). In het museum wordt Porn omringd door volop historische referenties: Rothko en Newmann nagemaakt met spuitbussen, Rietveldstoelen en heiligenbeelden overdekt met een stroperig zwarte epoxyhars. Zo grijpt Bijl de hele kunstgeschiedenis beet om die besmeurd met pek en veren om te verjagen, alhoewel, geen veren, want dat zou niet passen in Bijls donkere esthetiek.
Zo speelt Bijl een mooi spel met macht en iconen. Een gitzwart vrijheidsbeeld duwde hij een peuk in de mond, zijn Hollandse leeuwen zijn tot de tanden gewapend, een VN-vlag met gotische letters past beter bij een neonazipartij dan een vredesmacht. Maar behalve anti-kunst vind je bij Bijl ook schoonheid en establishment. Al roept hij in een muurtekst vol woede dat hij kathedralen wil vernietigen, met deze kathedraal van de kunst heeft hij blijkbaar geen moeite. Het Groninger Museum is met zijn gouden toren en pastelkleuren dé plek waar kunstwerken in bijous veranderen. Bijls werk ontloopt die valkuil, al blijven zijn installaties met leren jacks en zwart drumstel wel te glamrock oppervlakkig en waren Adbusters zijn bekladde reclameposters en popidolen voor. Daar staat tegenover hoe vaak hij de tijdgeest genadeloos aanvoelt: zijn bakstenen met 'Just do It' erop verklaren heel simpel waarom sportfans die Nike-slogan zouden gaan uitleven op de etalageruiten van sportwinkels.
Het lijkt hard tegen hard, ware het niet dat Bijl tussen alle geweld - en harde punkmuziek - ook genuanceerde kreten plaatst. Over het materialiseren van de ziel in het lichaam: dat de mens bij zijn geboorte gedoemd is tot de zonde van het vlees, tot falen. Daarop reageert Bijl dat je dus dit leven met al zijn fouten maar moet aangaan, erdoorheen moet, via de viezigheid tot catharsis komen. Dan wordt het bijna spiritueel dat hij 's nachts in Berlijn nazisymbolen achterlaat, sportlogo's op sportpleintjes omswitcht naar de concurrent, adelaars en engelen neerhaalt, zich hult in cynische punkmuziek die herinnert aan Dada en ellende en dood. Of is ook die catharsis een persiflage, en komt het goddelijk licht aan het eind van Bijls tunnel van tl-balken waaronder de hemelgeesten enkel wraakengelen met molotovcocktails zijn?

Tentoonstelling: Marc Bijl, Urban Gothic, t/m 1 april 2013 in het Groninger Museum, Museumeiland 1, Groningen. Di-zo 10-17u. Inl.: 050 3666555 / www.groningermuseum.nl (foto via Groninger Museum: Marc Bijl, Black Dawn). |