Leven is vechten en voortplanten
(NRC Handelsblad, 5 januari 2015)
Beeldhouwer Maartje Korstanje is niet erg van het pietepeuterige.
Haar werk oogt als ondieren met rood oplichtende genitaliën, of
juist als opgegraven botten waar het vuil nog op ligt. Na een gewelddadige
dood uitgeteerd tot geweien en schilden hebben ze iets weg van monsters
als uit de filmserie Alien, maar Korstanjes science fiction is toch
wat zachtmoediger. Want behalve een gevechtstenue hebben haar manshoge
wezens verleidingstactieken, met mooi glimmende pantsers en geprononceerde
genitaliën waar eieren uit komen. En je kunt nabij komen om te zien
hoe ze gemaakt zijn: met een papiermaché van karton, dat ze in elkaar
duwt met touw en plastics en andere ruwe materialen.
Op haar vorige museumsolo eerder dit jaar in Oss - dat moet een
druk jaar zijn geweest - draaide een film waarin je haar aan het
werk zag: een jonge vrouw met een overall aan, opgestroopte mouwen,
zwijgend, in een soort loods. Daar bouwt ze met spierkracht wezens
groter dan zijzelf. Hoewel ze naar inspiratiebronnen werkt zoals
botten en fossielen, is dat het soort werkproces waarin je je laat
leiden door wat uit je handen komt. Organisch laat ze dieren groeien
zonder poespas, met enkel de meest essentiële onderdelen. Geweien
en genitaliën: het leven is niet meer dan vechten en voortplanten.
Het recht van de sterkste. De rest is flauwekul.
Zou Korstanje daarmee iets willen zeggen over de kunst of over het
leven, dat daarin alle franje overboord moet? Hoe dan ook bouwt
ze met haar uitgeteerde stijl een krachtige esthetiek en die in
haar voordeel uitvalt in vergelijking met haar mede-exposant Nacho
Carbonell. Dat het museum hen samenbrengt is te begrijpen: inhoudelijk
hebben ze veel gemeen. Ook de jonge Spaanse kunstenaar bouwt tactiele
organische sculpturen, zoals harsachtige cocons die rusten op stoelen
of ladders. Maar Carbonells beelden zijn te anekdotisch, als onderdelen
van een droom die misschien wel spookachtig is, maar zelf niet genoeg
zeggingskracht hebben. In dat opzicht maken deze twee parallelle
solopresentaties hun evolutionistische thema waar: recht van de
sterkste? Korstanjes beesten vreten die van Carbonell in één hap
op.
Haar solo in Oss was mooi samenhangend, die in het Groninger Museum
is veelzijdiger: in de kleurige zalen met gedempt licht etaleert
Korstanje haar sculpturen als filmische scènes. Donker, alsof ze
normaliter in spelonken leven. Die belichting heeft als voordeel
dat je de dieren geleidelijk ontwaart, met een zekere suspense.
Elke zaal is anders: wellustig, doods, of vlammend en gevaarlijk.
Ondanks die verschillen zijn de organisch gevormde dieren zichtbaar
allemaal verwant. Grappig is dan ook een zaaltekst die meldt dat
ze dit jaar een tijd in het Europees Keramisch Werk Centrum heeft
gewerkt, om dan te besluiten dat keramiek toch niets voor haar is.
Waarop ze weer gewoon stug verder ging met het haar vertrouwde karton
en papiermaché.

Tentoonstelling: Maartje Korstanje, t/m 22 maart 2015 in het Groninger
Museum. Museumeiland 1, Groningen. Di-zo 10-17u. www.groningermuseum.nl
(foto zaalaanzicht via Groninger Museum)
|