Isabel Ferrand
(NRC Handelsblad, augustus 2008)
Je bent kunstenaar en je verliest een van je ouders. Of je ziet
je oma dement worden, en daarmee een schat aan herinneringen en
geheimen voorgoed ontoegankelijk worden. Welk beter eerbetoon dan
een kunstwerk? Maar, daarmee ben je er nog niet. Een goed kunstwerk
vertelt meer dan alleen een levensverhaal zoals er al zovele zijn.
Iemand die daaraan is gaan staan, is kunstenaar Isabel Ferrand.
Het gaat om haar vader, die miniatuursoldaatjes verzamelde. En fanatiek
ook. Hij spaarde niet de mooie tinnen exemplaren, maar knipte poppetjes
uit karton, en stelde ze in zijn hobbykamer in slagorde op. Met
gedetailleerde aantekeningen en landkaarten speelde hij op de werktafel
historische veldslagen na, Isabels broers mochten helpen. De reservetroepen
lagen met duizenden in kasten, naast de papieren kanonnetjes die
vader Ferrand knutselde voor zijn kleinkinderen.
Ook professioneel was hij met oorlog bezig. Als beroepsmilitair
was hij gestationeerd in de Portugese kolonies. Toen Portugal vorige
eeuw nog een dictatuur was, zag het zijn grote overzeese rijk onafhankelijk
worden. Zou hij stiekem verlangd hebben naar succesvoller veldslagen
uit het verleden?
Zijn nalatenschap, bestaande uit duizenden soldaatjes en toebehoren,
ging naar pacifistische dochter Isabel. Die daar eigenlijk niet
goed tegenop gewassen was. Ze besloot er kunst van te maken: collages
waar infanteristen hun oorlogszucht afschudden door te verworden
tot decoratieve poppetjes in kleurige composities. Deze werken op
papier zijn nu te zien in het Museum Gouda, een plek die voor Ferrand
misschien wel veel prettiger voelt dan de militaire musea waar ze
eerder exposeerde.
De precieze gedachten van Ferrand senior kennen we niet. Maar dat
doet er niet toe, tenminste, voor het kunstwerk niet. Het mooie
van een mensenleven is dat je er iets groters, universelers uit
kunt destilleren. Daar zijn meer voorbeelden van in de kunst. Betty
Ras vond na het overlijden van haar vader angstaanjagende kattenbelletjes,
gesmoorde kreten, en verwerkte ze in installaties die een beeld
geven van menselijke wanhoop. Vesselina Nikolaeva plaatste foto's
van haar dementerende oma naast een tijdbalk met de turbulente Bulgaarse
geschiedenis - over anonieme spelers in de wereldgeschiedenis. Ook
Ferrand probeert het verhaal van haar vader breder te trekken: de
zaaltekst rept over kolonialisme, militarisme en historisch bewustzijn.
Bij Ferrand komen die thema's niet helemaal uit de verf. In de
Goudse stijlkamers hebben haar militaire collages vergelijkbare
stijlen - die in de rococokamer zijn weelderig, in de romantische
kamer zit een bloemetje achter de soldaatjes, in de moderne kamer
is de collage vierkant. Maar wat wil ze ermee zeggen? Dat de westerse
museale weelde via oorlog en bloedvergieten is verkregen? Daar zit
meer waarheid in dan we ons realiseren. Of Ferrand dit ook beweert,
dat is onduidelijk.
Op zich lijkt het of Ferrand met deze decoratieve aanpak legers
onschadelijk maakt. Dat decoratieve sluit aan bij een andere serie
die ze exposeert: assemblages van landkaarten en garenklosjes. Een
vrouwelijk hobbyisme dit keer: textielwerk. De afstanden in titels
als 'Kanalen van Venetië, 43 km' corresponderen met de hoeveelheid
garen op de klosjes in elk werk. Zoals volwassen kerels met prittstift
en hobbykarton zich in een veldslag wanen, zo is textielkunst ook
vaak een symbool voor dagdromen tegen de sleur. Op foto's van bergen,
de oceaan en de lucht, plakte ze garenklosjes met tien kilometer
draad. Dit gaat over reizen waarvoor de mens zichzelf moet overtreffen.
En zo raakt Ferrand toch nog aan iets universeels: het verlangen
naar afstanden, daden, overwinningen. Dat heeft ze niet van een
vreemde.

Tentoonstelling: Isabel Ferrand, t/m 5 oktober in Museum Gouda,
Achter de Kerk 14, Gouda. Wo-vr 10-17u, za-zo 12-17u. Inl.: 0182
331000 / www.museumgouda.nl
(foto: Museum Gouda, Thomas Lenden)
|