Een technologisch mensbeeld
(AMC Magazine, februari 2014)
Het kwam allemaal door die ene engel, die Herman Lamers een paar jaar geleden ontwierp voor het centrum van Zwolle. De sculptuur staat op straatniveau, zonder voetstuk, zoals ook de engel in Wenders' film Der Himmel über Berlin gewoon tussen de mensen loopt. Aan dit beeld ging een onderzoek vooraf dat de basis zou worden voor Lamers' installatie in het AMC. Want de engel was de positiefversie van een variant verderop in Zwolle, waar Lamers het silhouet uitspaarde in een glazen omkasting. Gevangen in een glazen omhulsel is die engelfiguur voor hem de echte, onstoffelijk maar sterk aanwezig, zoals dat een bovenmenselijke verschijning betaamt.
Tegelijk oogt die hemelfiguur zo menselijk en gewoontjes - een tegenstelling waar Marcel Levi de Raad van Bestuur van het AMC voor viel. Hij was op zoek naar een kunstoplossing voor het binnenpleintje naast het eigen kantoor. Die ruimte is van origine ontworpen als ontmoetingsplek maar echt gezellig is het niet te noemen, vertelt Lamers in zijn enorme atelier in Rotterdam. Hij zit in een loods boven de brandweerkazerne, tochtig en eindeloos, bomvol onderdelen van sculpturen en installaties in wording. Maar zelfs in die chaos vallen de glazen koppen op waarvan hij er een naar het AMC bracht, waar het meteen thuis leek te horen.
Levi deed een financiële gift om dit werk mogelijk te maken waarop Lamers een installatie ontwierp met vier glazen portretbustes en twee schermen. Daarmee wil hij de plek het soort intimiteit van een bibliotheek schenken, iets wat ook de Raad van Bestuur er mist. Lamers: "Die architectuur is een soort democratische ruimte, gemaakt voor iedereen en dus voor niemand. Dat wilde ik versterken zonder dat het onprettig wordt." Als het gaat om ontmoetingen, is het werk van Lamers heel geschikt. Zijn engel in Zwolle wordt veel geaaid. Mensen denken dat het jade is, of zeep. "Mijn enige kunstwerk dat het tot VVV-ansichtkaart heeft geschopt."
Hoewel Lamers vooral bekend staat om zijn beelden in de openbare ruimte, begon hij ruim dertig jaar geleden aanvankelijk met grote ruimtelijke installaties in leegstaande gebouwen. Altijd gaat zijn werk over de omgeving, om daar een verrassend beeldend commentaar voor te ontwerpen. Zo maakte hij voor Schiphol een aquarium met kleine haaitjes, voor een rotonde in Alkmaar stalen lijnfiguren van paarden die lijken mee te galopperen, voor een stille vijver in Beverwaard nijlpaardkoppen die door een mechaniekje opduiken en weer onder water verdwijnen.
Zijn werk spreekt aan door de combinatie van herkenbaarheid en het materiaal. "Leg je hand op zijn wang," zegt Lamers in het atelier, "En doe je ogen dicht." En ja, dan voelt het matte floatglas zowaar als huid, door de golving van het gezicht. Vier koppen zijn het, twee van een man en twee van een jongere vrouw - telkens het positief en negatief, zoals zuinige meubelmakers vroeger uitgesneden ivoor en parelmoer twee keer gebruikten. Ze staan op sokkels, iets verheven, ze komen immers van een engel vandaan. Maar als je ze nadert, lossen de koppen op in abstractie. Gescand met een 3dprinter zijn de gezichten opgebouwd uit glasplaten met eenzelfde grofheid als gepixelde foto's. Die abstractie vond Lamers een metafoor voor het ziekenhuis: "Zodra je die entree door bent, word je als mens een verzameling van organen en onderdelen. 'Meneer, we maken even wat plakjes van u, om te zien waar het foutje zit'. "
Dit technologisch mensbeeld werd uitgangspunt van dit kunstwerk over mens en kennis. Voor het bibliotheekidee bedacht Lamers twee 'googlewanden': "Zoals een zoekopdracht in Google Afbeeldingen een hele lijst plaatjes oplevert. Dat is dit, maar dan uitvergroot. En zonder de plaatjes. Dan kun je erdoorheen kijken."
Dat biedt een venster van mogelijkheden al vult Lamers dat uitzicht deels in: In deze half open en transparente ruimte wordt het vervormde beeld zichtbaar van mensen in een anonieme gedigitaliseerde wereld. Twee bankjes staan voor en achter de ruimte, voor bezoekers om op te wachten als ze een afspraak hebben met de Raad van Bestuur. Hun uitzicht van portretbeelden en schermen is een bijna huiselijk geheel, dat tegelijk een gelaagd spel van werkelijkheden bevat. De googlewanden bieden zicht op de vier gezichten alsof die vanuit diezelfde virtuele wereld gematerialiseerd zijn - zoals die engelen ook onstoffelijke silhouetten zijn in glazen omhulsels. Bovendien zien die er steeds anders uit. Dat komt door de grillige lichtinval van boven en 's avonds door een steeds veranderend licht dat Lamers met atelier LEK speciaal voor deze ruimte ontwierp.
Bezoekers en personeel van het AMC kunnen erbij gaan zitten, kijken, aaien en zich verbazen - zie ik dit goed? Wat is dit? "Ik wil betrokkenheid bij een beeld," zegt Lamers. "Dan ontstaat een verhouding. Plaatjeskunst, dat vind ik niet zo interessant."

Het kunstwerk maakt deel uit van de kunstcollectie van het Amsterdams Medisch Centrum, zie amc.nl/kunstcollectie |