Kinetische kunst
(NRC Handelsblad, augustus 2008)
'Dit museum wil geen oase zijn,' staat in grote letters op een
muur van de Verbeke Foundation: 'De show is onaf, in beweging, ongepolijst,
contradictorisch, slordig, complex, vergankelijk, onharmonieus en
onmonumentaal, zoals de wereld buiten de museummuren.' Het is nog
een van de vriendelijker quotes van oprichter Geert Verbeke - 'Ik
schijt op politici en ik kak op ambtenaren.'
Zonder enige overheidsbemoeienis opende de voormalig ondernemer
vorig jaar in Vlaanderen in de buurt van nergens een tentoonstellingsruimte
waar alles kan - qua ruimte en qua idee. Nadat hij zijn transportbedrijf
had verkocht, gebruikte hij de vrachtwagenloods voor kunst - 'Ik
doe niet aan architectuur' en kocht wat extra hectares grond voor
buitenkunst, visvijvers en de genetisch gemanipuleerde kippen van
kipfokkunstenaar Koen van Mechelen.
De eerste tentoonstelling van Verbeke ging over leven en dood.
De sporen ervan zijn nog overal te zien. Buiten aan een meer vind
je een horde paarden - kunstpaarden - en in een kuil ligt een echte
koe te ontbinden. Binnen heeft een Vlaamse Damien Hirst, Martin
uit den Bogaard, een krankzinnig laboratorium ingericht met dode
dieren waarvan hij het ontbindingsproces via elektrodes omzet in
grafieken en muziek. Onheilspellend brommen de klanken door de twintigduizend
vierkante meters tellende loods heen, waar ze botsen op het gebrul
van een tentoonstelling kinetische kunst. Deze bestaat uit apparaten
en laboratoria van maar liefst zestig deelnemers, passend bij de
onmetelijke schaal van het Verbeke-terrein.
Kinetische oftewel bewegingskunst begon halverwege de vorige eeuw
als reactie op de dynamische maatschappij. Van de grootvader van
deze kunst, Tinguely, exposeert Verbeke een object dat half beer
is en half machine. Tinguelys machines bekritiseren onze overgereguleerde
maatschappij waar alles maar keurig en nuttig moet zijn - een nut
dat haaks staat op de kunst om de kunst. In die lijn past volksheld
Panamarenko, wiens aandoenlijke vliegmachientjes ook altijd vooral
helemaal niks kunnen. En Raphael Opstaele haalde met een autobus
vijfhonderd bamboestukken uit Kameroen om een wereldwindorgel van
te bouwen - dat staat deels op het Verbeke-terrein, deels op de
Noordpool.
De jongere generatie zet deze anti-functionaliteit voort. Björn
Schulke exposeert oranje bollen die niets anders kunnen dan nerveus
bibberen als je dichtbij komt. Reinier Kranendonk maakte een roestige
ziekenhuisinstallatie waar uit een bed een mensgestalte opdoemt,
geheel van sop. Het is een letterlijke verbeelding van de vanitasspreuk
'Homo Bulla', de mens is slechts een zeepbel. Ook hier ligt een
dode babykangoeroe die door Martin uit den Bogaard geen kans krijgt
echt te sterven. Danny de Vos exposeert een herriemachine waar echte,
dode, kippenpoten uit trappelen. Deze apparaten zijn alles wat Philips
'Let's make things better' niet is. Ze zijn een ode aan onzin, waanzin
en schoonheid.
Wanneer je kinetische objecten in een museum netjes op een sokkel
ziet staan glimmen, is niet voor te stellen dat ze ooit een daad
van activisme waren. In de onmetelijke Verbeke Foundation herwint
kinetische kunst zijn kracht en relevantie. Kunst, natuur en leven
lopen er organisch in elkaar over. Na uren kijken, intussen licht
in het hoofd, vind je steeds weer nieuwe machines, watertanks, propellors,
glas waar water in stormt, skeletten aan touwtjes, dode hazen die
brieven schrijven. Tekstbordjes over Euclidische meetkunde en thaumatropische
god weet wat verhogen de chaos alleen maar. Voorbij de loods staan
kassen, waar bomen groeien, karpers zwemmen, en groepjes roestige
kunstwerken naar je staan te zwaaien. Alles knarst en piept en ruikt
en gaat maar door en door en door. 'Er is geen poëzie in een
te helder leven', staat ergens te lezen. Belgen waren altijd beter
in surrealisme dan wij, nuchtere Hollanders.
Tentoonstelling: 'Vision in Motion / Motion in Vision', t/m 16
november 2008 in de Verbeke Foundation, Westakker, Stekene, België.
Inl.: 0032 (0)3 7892207 / www.verbekefoundation.com
(foto's: Verbeke Foundation. Links: Stan Wannet, rechts: Raphael
Opstaele, windorgel)
|