Versnipperde bankbiljetten zijn kunst geworden
(NRC Handelsblad, 29 juni 2011)
The End of Money - omineuzer en actueler kan een tentoonstellingstitel niet zijn. Onder deze noemer opende Witte de With een tentoonstelling over geld. In deze wankele materialistische maatschappij, zo stelt de expositie, wil het kijken of er alternatieven bestaan voor geld. Zo'n postmonetaire economie is een zeer relevant thema. Eerst hadden we de bankencrisis, toen ontplofte de art bubble met zijn kunstmatig hoge veilingprijzen, en nu dreigen zware bezuinigingen. Hoe moet de kunst straks overleven?
Gelukkig is kunst ongelooflijk inventief. Op een vraag van deze krant hoe kunst te financieren als de overheid terugtreedt, kwamen tal van brieven. Nieuwe Ateliers Charlois, net als Witte de With in Rotterdam gevestigd, heeft een functionerend systeem waarmee kunstenaars woon- en werkruimte hebben en in te huren zijn. Iets vergelijkbaars doet de TimeBank waarmee het Haagse kunstcentrum Stroom steeds adverteert: ruil spullen tegen werkkracht en andersom. Zo zijn er nog meer postmonetaire mogelijkheden.
Zo'n tentoonstellingstitel klinkt dan ook veelbelovend. En, zoals het Witte de With betaamt, legt het met een keur aan kunstenaars verschillende internationale verbanden. Maar niet altijd zoals je zou hopen. Neem Lili Reynaud-Dewar. Na uitnodiging van Witte de With stuurde ze een brief aan de curator vanuit Madagaskar. Ze zat er in een vervallen hotel en dat beviel matig, schreef ze. Ze moest er soort van de toerist uithangen wat volgens haar synoniem is aan luiheid en haar niet past. Toch vond ze het nodig want voor The End of Money zou ze er ruim twintig souvenirs kopen, alles in tweevoud. Daarmee keerde ze terug naar Parijs voor een videoperformance. Ze liet twee hooggehakte modellen met een koffer door Parijs lopen, om dan koffer met souvenirs te verbranden. De andere set souvenirs exposeert ze nu in Rotterdam, met de video. Dit kunstwerk gaat over vraag en aanbod, zegt de zaaltekst, en de souvenirs worden er schijnbaar metaforen voor tijd. Zelfs de klagende brief hangt erbij, ingelijst als kunstwerk.
Deze conceptuele afstandelijkheid is exemplarisch voor de tentoonstelling. Er draaien video's over postzegelontwaarding, er staan witte panelen, er hangen fotoverzamelingen van vliegtuigen en schepen. Matts Leiderstam morfde in een animatie twee oude havengezichten, met een verhaal over authenticiteit en veilingprijzen. Vishal Jugdeo bouwde een geheimzinnig interieur met een televisie waarop twee actrices een Oprah Winfrey achtige talkshow naspelen, compleet met tranen. Christodoulos Panayiotou bouwde een berg van versnipperde ontwaarde bankbiljetten. Nu hebben ze opnieuw waarde gekregen: ze zijn kunst geworden.
Sommige werken zijn mooi, vele zijn onbegrijpelijk, maar al met al is de expositie vooral stuitend naïef. Het gaat ergens over geld, van verre afstand bezien - droogzwemmen in plaats van echt zwemmen. Het is een voorbeeld van de begripsverwarring rond maatschappelijk geëngageerde kunst. Nieuwe Ateliers Charlois is geëngageerd, TimeBank net zo. De exposanten in Witte de With lijken te geloven dat je ook geëngageerd bent als je vanaf de zijlijn de maatschappij een spiegel voorhoudt. Maar in deze ontzuilde samenleving hebben burgers geen boodschap meer aan kunstenaars of dominees die denken dat hun normen en inzichten beter zijn dan de hunne. Het is dan ook een verouderde opvatting waar The End of Money op stoelt. De belofte van de tentoonstelling, nadenken over een toekomst zonder geld, blijft daardoor vaag theoretisch. Terwijl de kunstwereld in crisis verkeert, bieden deze kunstenaars enkel cryptische metaforen. Dan is de wereld nog eerder gebaat bij zogenaamd luie toeristen, die de economie spekken.

Tentoonstelling: The End of Money , t/m 7 augustus 2011 in Witte de With, Witte de Withstraat 50, Rotterdam. Di-zo 11-18u. Inl.: 010 4110144 / www.wdw.nl (foto Witte de With, installatie Christodoulos Panayiotou) |