Mistig vergezicht
(AMC Magazine, december 2015)
Een verhaal over kunstenaar Thomas Elshuis zal altijd, vroeg of
laat, stilstaan bij het jaar 1998. Dat jaar erfde hij, toen nog
architect, een dia-archief van een reislustige vriend van zijn ouders.
Als kind had Elshuis de dia-avondjes bijgewoond waar de familievriend
vertelde over zijn reizen die hij had gemaakt van de jaren zestig
tot tachtig. Reizen was de gewone man nog niet echt voorbehouden,
fotografie evenmin. Grote reisreportages waren nog bijzonder genoeg
voor een spannende dia-avond.
Inmiddels hebben reizen (prijsstunters) en fotografie (smartphones)
onder inflatie geleden. Daarover kun je weemoedig doen, iets waar
oude foto's zich bij uitstek voor lenen, maar Elshuis is niet van
de weemoed. Sterker nog: die erfenis bracht hem ertoe het dia-archief
nieuw leven in te blezen. Zo werd hij kunstenaar en begon met die
dia's een fotokunst te maken als daad tegen die beeldinflatie, tegen
het wegwerpen van herinneringen. Photoshop werd daarbij 'zijn grote
vriend', vertelt hij in zijn atelier: Fotografie had lang
de air van de waarheid. Toen kwam Photoshop en belazerde de boel.
Maar dat was ook het ontzenuwen: fotografie was al niet de waarheid.
Nu kun je ermee als een schilder aan de gang. Echt een volgende
stap.
Zo gebeurde het dat Elshuis, als autodidact, kunstenaar werd. Zijn
streven om fotografie te ontmaskeren klinkt nuchter, maar zo ziet
zijn werk er niet uit. Photoshop betekende een verleidelijke esthetische
keuze, waarmee hij landschappen nog zinnelijker in elkaar kon laten
overvloeien dan in het echt. Dat vloeiende gevoel, alsof niets vast
staat, brengt de kijker terug naar die dia-avonden: meekijkend naar
lichtbeelden, meegevoerd op een reis die je zelf niet gemaakt hebt.
Elshuis' manier om beeltenis en illusie te mengen bleef niet onopgemerkt.
Particuliere verzamelaars en bedrijven kwamen hem op het spoor,
mede doordat de Wetering Galerie en later Gist zijn werk gingen
vertegenwoordigen. Eén van die verzamelaars die hem ging
volgen was het AMC. Dat zou verschillende fotowerken gaan aankopen,
die op de etage boven de AMC Brummelkamp galerie hangen: onwaarschijnlijke
vergezichten, samengesteld uit verschillende dia's. Net als op een
dia-avond hebben ze een waas dat je in gedachten meeneemt naar ver
weg, maar ze zijn te weids, te kleurig, te onwaarschijnlijk om echt
te geloven. Bij de afdeling oncologie ontwierp hij voor de te transparante
scheidingswanden een abstract waterpanorama, dat meer beschutting
geeft aan de patiënten die er een chemokuur ondergaan. De glinsteringen
in het zeegezicht zijn er als vanzelf transparant zo net
genoeg oogcontact tussen medewerkers en patiënten bewerkstelligend.
Het was dan ook niet vreemd dat de AMC Kunststichting, die dit
jaar voor het eerst samenwerkt met de kunstcommissie van het VUmc,
hem uitnodigde om een prent te maken voor de serie de Menselijke
gedaante. Deze is tijdens de Anatomische Les gepresenteerd door
Margriet Schavemaker, conservator van het Stedelijk Museum. Hiervoor
maakte Elshuis een speciale serie Floating Islands. Dit is een reeks
kleinere werken in perspex kastjes, met samengestelde vergezichten
zee, bergen, rotsen afgedrukt op transparante vellen
tegen een gekleurde ondergrond. Vanwege het thema van de de Menselijke
gedaante, liet Elshuis de rotsen voor wat het is en haalde hij mensfiguren
uit zijn dia-archief, die hij kunstmatig bijeenbracht. Zo gaat het
werk over communicatie, zeker aangezien hij ze plaatste tegen pleinen,
de stedelijke vorm van communicatie ten top. Hij vatte ze in cirkelvormen,
wat het geheel nog meer samenbindt. Tegelijk blijft die samenhang
een illusie, want kijk je van opzij, dan zie je de lagen zweven.
Het is nooit stabiel. Abstracte patronen op ondergronden in grijs,
groen, blauw, mengen zich met kleuren daarboven tot nieuwe tinten.
Het is een optische illusie, ergo de titel, vertelt Elshuis: To
float betekent zweven en drijven tegelijk. Een floating island is
een stuk vruchtbare grond in water. Daar groeien wortels uit die
stukjes uit het water trekken, die eraan blijven, steeds verder
groeien en meer aantrekken. Zo werkt onze herinnering ook: je ziet
of ruikt of hoort iets en dan. Het is nooit iets wat vast ligt.
Het is een kleine stap van deze mist naar het gedicht van Goethe
dat in zijn atelier naast de Floating Islands hangt: Früh,
wenn Tal, Gebirg und Garten, waarin 'Nebelschleiern sich enthüllen'.
Goethe schetst een landschap dat je geholpen door je geestesoog
ziet opdoemen, net zoals dat gebeurt bij Elshuis' imaginaire vertes.
Die gaan over herinneren, legt hij uit: Net als een dia zit
de herinnering in het verborgene en moet je het uitlichten, laten
groeien, om terug te kunnen blikken naar vroeger. Een foto helpt
daar niet bij, dat is maar een plaatje met inkt. Maar een dia, dat
is meer een herinnering dan een foto dat is.
Een dia benadert een geheugen doordat het langzaam op gloeit in
het donker en ook doordat er een verhaal bij hoort. Geïnteresseerden
kunnen deze werken, gemaakt in een oplage van twintig, los kopen
of als drieluik. En daarmee kopen ze een stukje van dat verhaal.
Graag ontvangt Elshuis zijn kopers thuis om te vertellen bij de
werken, zoals de vriend van zijn ouders dat vroeger bij de dia's
deed. Zo krijgen ook anderen fragmenten van het archief in
huis. Dat vind ik een hartverwarmend idee. De kopers kunnen
meteen zijn andere werken bekijken, die blijven ontstaan vanuit
dat archief. In die achttien jaar heb ik pas de helft gezien.
Ik ga hiermee door. Mocht hier brand uitbreken, dan ben ik geen
kunstenaar meer. Dit is een doorlopend project. Doorlopend tot de
dood.

Dit artikel verscheen in het AMC Magazine, december 2015 / januari
2016, in zijn geheel na te lezen op issuu.com
(foto AMC: Floating Islands #013, #014, #015, Thomas Elshuis)
|