Een keurige horizon
(Rotterdams Dagblad, 14 juni 2005)
Bij het fotomuseum is een tentoonstelling te zien met foto's van
de Hollandse polder, en terwijl u deze zin leest, heeft u meteen
al een beeld. Het schijnt zo te zijn dat elke Nederlander pardoes
een plaatje in zijn hoofd heeft bij het woord 'polder'. Je moet
niet vragen wie Ruysdael was of noem eens een andere Hollandse landschapsschilder
aan wie we dat mentale plaatje te danken hebben, maar het resultaat
zien we zo voor ons: het verkavelde landschap met een lage horizon
die veel ruimte overlaat voor grote grijze wolkenmassa's. In andere
landen reikte het land op schilderijen een stuk hoger maar de Nederlandse
kunstenaar werd vooral verliefd op de grote wolkenformaties boven
die keurige weilanden. Daar, in de lucht is tenminste nog wat dramatische
schoonheid te vinden, die dat platte rechte land niet heeft.
Heeft zo'n tentoonstelling nog wel verrassingen dan? In zekere
zin niet: de onderste helft van de foto's is groen, de bovenste
helft blauw, tenzij het sneeuwt of de foto's nog uit het zwartwittijdperk
stammen. De foto's hangen in de kleine zaal in een rij naast elkaar,
met de horizon steeds op eenzelfde lijn. Waaruit blijkt dat deze
allang niet meer altijd zo laag hoeft te liggen. Verder is elk landschap
keurig recht en gebeurt er praktisch niets. De enige beweging is
van het weidse perspectief dat richting de einder loopt en de grootheid
ontsluit van de schepping van God, of eigenlijk, van planologen
en boeren. Je ruikt de koeienpoep bijna. Zo is het al eeuwen, zo
is het nu, en zo zal het nog wel even blijven. En zo ordelijk ziet
ook de expositie eruit.
Veertig foto's van bijna even zoveel fotografen, zijn dusdanig
opgehangen dat de horizon één doorlopende lijn is.
Een spelbreker is Gerco de Ruiter die geen horizon in zijn polderfoto
heeft en daarom voor straf in een hoekje hangt. De overeenkomsten
zijn dus groter dan de verschillen, in deze tentoonstelling, maar
dat betekent niet dat er géén verschillen zijn. Stel
je voor. Nee, variaties zijn er wel.
De oudere foto's, uit de jaren veertig en vijftig, stralen niet
zelden arbeidslust uit: omgeploegde akkers die ingezaaid moeten
worden. Andere verwijzen via het donkere land naar somberheid en
burgerlijkheid, ook al zijn mensen in deze tentoonstelling bijna
nergens te zien. Die zitten binnen aan het warme middageten. Wel
worden de weilanden bevolkt door koeien en schapen. Aart Klein fotografeerde
in 1966 een grazende Zeeuwse koe: een majestueuze schoonheid met
stevige poten en brede heupen.
Enkele recentere foto's hebben de neiging te focusen op eigenaardigheden.
In drijfzand verdronken zwanen (Martin Luijendijk), een eenzaam
schaap (Hans van der Meer) of een wat ongrijpbaar graslandje waar
een groepje bomen iets lijkt te verbergen (Marnix Goossens). Maar
het gegeven van een uitgestrekt land dat er opgeruimd en fris bij
ligt, dat blijkt een onverwoestbaar thema te zijn. De polder is
een blijvertje, zoveel is duidelijk.

Foto's uit de polder, T/m 22 juni 2005, Nederlands fotomuseum,
Witte de Withstraat 63 Rotterdam, Di - zo 11 - 17 uur. www.nederlandsfotomuseum.nl
|