Het jachtseizoen is geopend
(Rotterdams Dagblad, 16 september 2003)
In uiterste concentratie legt de jager zijn hypermoderne jachtgeweer
aan. We zien hem op de rug, en kijken met hem mee, langs de loop,
naar de overkant van het grasveld vol paardebloemen. Daar staat
een hert, vol doodsangst, met elke spier in zijn lichaam aangespannen
om weg te springen. De stille rij bomen en de zomerse sluierbewolking
krijgen zowaar iets dramatisch door hetgeen zich hier afspeelt.
Jager en prooi kijken echter alleen naar elkaar, en beide weten
dat het een uitgemaakte zaak is. De jager wint.
De foto heet 'Cull', wat zowel selectie betekent als een dier dat
zich losmaakt uit een kudde. Het is de eerste van een fotoserie
die Paul M. Smith exposeert bij Galerie Cokkie Snoei, die na een
jaar sabbatical weer volop meedoet met een nieuw tentoonstellingsprogramma.
Smiths foto's zijn een onderzoek naar mannelijkheid en mannelijke
rolpatronen. Hij maakte al gemanipuleerde zelfportretten als pornoster,
militair en kroegtijger. Voor een Engelsman voelde het logisch dat
hij een keer met het oergevoel van de jacht begon. Bij Snoei hangen
zes foto's met Smith zelf en een hert als hoofdrolspelers. Moderne
jachttaferelen, noemt hij ze, in navolging van de eeuwenoude traditie
om jacht en geschoten wild na te schilderen.
Alleen is Cull dynamischer dan enig ander oud jachttafereel. Het
vangt net die ene seconde, het beslissende moment van de jacht.
Dat is niet alleen timing, het zijn ook de compositie en kijkrichting
die de spanning in deze foto verhogen. Het kost je een fractie van
een seconde om je blik over dat brede grasveld te bewegen - evenveel
tijd als de kogel nodig heeft. De weidsheid van het landschap is
dus onmisbaar, evenals de perfecte balans van het hert links en
de jager rechts. In weer die oude schilderkunst, Smith kent zijn
klassiekers, staat vaak een rugfiguur: psychologisch blijkt dat
een kijker zich makkelijk verplaatst in een schilderij via een personage
dat je op de rug ziet. Zoals hier de jager. Maar normaliter dient
deze persoon linksonder te staan, omdat westerlingen van links naar
rechts lezen, ook in plaatjes. En links staat nu juist het hert,
wiens ogen je daardoor volgt richting zijn moordenaar. Met andere
woorden: Smith laat de kijker zelf kiezen: vereenzelvig je je meer
met jager of prooi?
Smiths compositie kiest geen partij. Dat geldt voor de hele serie.
Geen zieligheid, geen heldhaftigheid, maar objectief uitziende registraties.
Zo zien we in de volgende foto's hoe Smith een hert vilt, ontdoet
van de ingewanden, roostert, en opeet. De foto's zijn even nuchter
als de hoofdpersoon, zonder details, trucs of andere franje. Ze
hangen in zware houten lijsten, die zouden passen in het type interieur
waar elandenkoppen en jachtgeweren de muur sieren. Maar of deze
foto's echt geslaagde jachttrofeeën zijn, daarover wil Smith
geen standpunt innemen. Dat is aan de beschouwer, en dat is helaas
ook het manco van zijn foto's. Waar zijn eerdere series schokten
of prikkelden, is deze serie ondanks het beladen onderwerp juist
vrij vlak. Een uitzondering als 'Cull' daargelaten.
Paul M Smith 'Free-Range', tot 5 oktober 2003 bij Galerie Cokkie
Snoei, Mauritsweg 5 Rotterdam. Do - zo 13 - 18 uur.
www.cokkiesnoei.com (foto: Paul M. Smith, Cull)
|