Wreed verstoten uit het kinderparadijs
(NRC Handelsblad, 18 februari 2006)
Ze heeft de naam van een filmster en de looks van een fotomodel:
Loretta Lux (1969). Maar ze is een Duitse kunstenaar die met haar
foto's internationaal nogal in de belangstelling staat. Haar onlangs
geopende solopresentatie in het Haagse Fotomuseum begint met een
manshoogzelfportret. Het is in alle opzichten een plaatje. Lux'
kapsel en make-up zijn onberispelijk en haar blik is zo leeg als
die van een barbiepop. Tochdraait de tentoonstelling niet om haar
hoofd: op alle andere foto's, ruim vijftig in totaal, overigens
allemaal stukken kleiner, staan alleen kinderen. Deze portretten
vormen samen een overzicht van haar oeuvre vande laatste zes jaar.
Lux maakt bepaald geen vrolijke portretten. De kinderen dragen ouwelijke
kleding en ze poseren even stijfjes als Lux deed in haar vroegere
zelfportretten. Lachen is verboden. Het werk doet denken aan portretjes
zoals die in de negentiende eeuw werden gemaakt in fotostudio's.
Arme jongens en meisjes die in hun zondagse kleren zo lang stil
moesten zittendat ze vanzelf een strakke blik kregen die niet paste
bij hun leeftijd.
Lux werkt vanuit een vooropgezet concept. In haar hoofd vormt zich
een voorstelling, waar ze vervolgens een model bij zoekt. Na een
fotosessie inhet atelier bewerkt ze het beste beeld op de computer,
soms maandenlang. De juiste achtergrond zoeken, scheve haartjes
wegpoetsen. Her en der lijkt ze bekende beelden te citeren - de
jonge Oskar uit de verfilming van Günter Grass' roman Die Blechtrommel,
Diane Arbus' foto van identieke tweelingmeisjes - maar zelf noemt
Lux alleen oude schilders als inspiratiebronnen: Bronzino, Velazquez,
Goya en Runge.
Op zeventiende-eeuwse schilderijen zie je hoe kinderen werden opgedoft
als kleine volwassenen. Die strengheid heeft Lux ook. Dat ze Runge
noemt, is onverwachter. Deze Duitse schilder was twee eeuwen geleden
een aanhanger van de pedagogische idealen van tijdgenoot Rousseau.
Allebei vonden ze dat kinderen in vrijheid hun fantasie moesten
ontwikkelen. Runges doeken tonen kinderen in hun eigen magische
wereld, omgeven door natuur en speelgoed.
Lux gebruikt Runges lage gezichtspunt, waardoor je de kinderen recht
inde ogen kijkt. Ook van Bronzino leent ze composities; die van
zijn en profil-portretten. Ze kijkt dus voor vorm en stijl naar
oude meesters, maar voor haar verhaal heeft ze geen kunstgeschiedenis
nodig: daarvoor haalt zealle ingrediënten uit haar eigen jeugd.
Lux groeide op in Oost-Duitsland. Ze ervoer daar een kil, totalitair
regime, dat zelfs lieve kleine meisjes vertelde stil te zijn, de
regels te volgen. Daar gaat haar werk over: geen kind mogen zijn,
of - zoals ze zelf zegt - het verloren paradijs. Zo lijkthet toch
een logische keus dat de tentoonstelling begint met een zelfportret:
eigenlijk gaat al haar werk over het kind dat Lux zelf ooit was.
Ondanks de historische parallellen is het vooral recente kunst waar
Lux' werk aan doet denken. Modellen portretteren alsof er meer haarlak
dan bloed door de aderen stroomt, deed Inez van Lamsweerde tien
jaar geleden al. De plastic mens en het te volwassen kijkende kind
doken nadien vaker op in de kunst- en modefotografie. Deze foto's
gingen over de spanning tussen het menselijke en het kunstmatige
- hetzelfde thema dat Lux gebruikt. Met haar minutieuze aandacht
voor elk detail slaagt ze erin om het benauwde keurslijf te verbeelden
waar haar werk om draait. Maar toch. Ze kiest slechts één
benadering en na vijftig foto's vraag je je af wanneer ze eens iets
nieuws gaat proberen.
Loretta Lux. T/m 28 mei 2006 in Fotomuseum Den Haag, Stadhouderslaan
43, Den Haag. Di-zo, 12-18u. Inl: 070 - 3381144, www.fotomuseumdenhaag.nl
|