Oude kunstpunkers slaan raak
(NRC Handelsblad, 4 november 2010)
Dus de nieuwe politiek wil nationale symbolen? Schilderijen in de Tweede Kamer vervangen door vlaggen en leeuwen? Misschien kunnen ze te rade gaan bij Gilbert & George. Dit Londense kunstenaarsduo opende afgelopen weekend een tentoonstelling over de Britse vlag en nationale trots. Gilbert (1943) en George (1942) zijn twee buitengewoon saai uitziende mannen, niets aan te doen, die hun zelfportretten sinds jaar en dag opnemen in de meest bizarre fotomontages. Nu ook. Op United Kingdom staat het duo in een glanzende cirkel van Britse vlaggen - de cirkel geldt in de kunst traditioneel als de perfecte, zelfs goddelijke geometrische vorm. Lang leve de Union Jack, ware het niet dat de bakstenen achtergrond instort.
Op een ander werk, British Isles, is de situatie van het grote Britse Rijk nog iets zorgwekkender. De omvallende muren verworden tot een Brinta-achtige chaos, waarin Gilbert en George kopje onder gaan. Op dat moment lijkt deze kunst misschien nog lollig, maar loop je verder de tentoonstelling in, dan vergaat je het lachen. Overal zie je monsterlijk vervormde portretfoto's, omringd door de driekleur en gouden medailles die alle zo fel glanzen, dat elke centimeter agressie uitstraalt. Dit is keiharde, uiterst onaangename kunst. In de catalogus lichten de makers dat kort en droogjes toe: "Wij maken beelden om de mensen te veranderen. Niet om hen te feliciteren met hun manier van zijn."
Gilbert & George zijn een ongrijpbaar kunstenaarsduo dat hun persoonlijke imago uiterst zorgvuldig stileert. Ze deden hun intrede in de kunstwereld als living sculptures en poseerden een dag lang doodstil op de trappen van het Stedelijk Museum in Amsterdam. Tegenwoordig lopen ze weer gewoon rond, maar ze blijven kunstwerken: een continue performance-act van twee stijve gentlemen. Doordat ze hun leven tot kunst verheffen, krijgt het publiek nooit toegang tot de echte, ongekunstelde Gilbert en George. Dat mysterieuze, fictieve imago zet hun foto's in een ander daglicht. Van elke andere maker zou je deze groffe kunst afdoen als sensatiebeluste shock-art. Maar hoe rijm je dat met het optreden van deze superkeurige, slaapverwekkend pratende heren? Dat mysterie is wat Gilbert & George beroemd heeft gemaakt.
Dat, en een goede gave om clichés, taboes en tijdgeest te vermengen tot confronterende beelden die een gevoel van urgentie uitstralen. Ze trappen niet domweg symbolen om. Hun montages bevatten ook takken, organische vormen en abstracties waarbij je naar een eventuele betekenis moet gissen. Dat maakt hun donkere universum intrigerend. Op Fuck ya all! zijn de twee heren met dank aan Photoshop in bobbelige, half plantaardige monsters veranderd. Het blasfemische Finger of God is een bizarre constellatie van halve hoofden en plechtige handgebaren die rare, vieze vingers worden. Al hebben ze de pensioengerechtigde leeftijd ruimschoots bereikt, Gilbert & George zijn nog steeds angry young men.
Eerder maakte het duo series met onderwerpen als scheldwoorden en metershoog uitvergrote uitwerpselen (wat de kunstwereld toch echt een stap te ver vond). Deze tentoonstelling doet denken aan Britse punk, die nationale symbolen vertaalde in een harde undergroundcultuur - de koningin op een platenhoes, de vlag op een punkbroek. Dat laatste wordt door Gilbert en George upgepimpt tot maatpak van vlaggenstof. Punk maakte dat nationale symbolen niet meer herinnerden aan het statige Britse imperium, maar aan de grimmige Thatcherjaren, recessie, werkeloosheid, uitzichtloze armoede. Dat doet de vlag bij Gilbert & George ook weer. Alleen populisten geloven nog in de maagdelijkheid van de vlag, stelt de catalogus. De Tweede Kamer veranderen in een folkloristische vlaggenparade? Geen wonder dat de huidige politiek de kunst een kopje kleiner wil maken.
Tentoonstelling: Gilbert & George / Jack Freak Pictures , t/m 23 januari 2011 in het Bozar, Ravensteinstraat 23, Brussel. Di-zo 10-18u., do 10-21u. www.bozar.be (foto: Gilbert & George, Church of England, 2008)
|