Elektronische kunst voor gamers en voor digibeten
(Rotterdams Dagblad, februari 2003)
'Supercool' noemen twee opgeschoten jongens de Painstation game
op het DEAF festival. Aangemoedigd door hun vrienden stonden de
twee afgelopen weekend tegenover elkaar achter de speelautomaat.
Painstation bestaat uit het Atarispel Pong, maar dan geactualiseerd
met een extra moeilijkheidsgraad. De makers, de Duitse kunstenaars
Volker Morawe en Tillman Reiff, laten de spelers hun linkerhanden
op een metalen rooster leggen waar deze bij slecht spel worden geteisterd
door hitte, elektrische schokken en metalen zweepslagen. Het aloude
duelleren, een oergevoel waar videospelletjes hun populariteit aan
danken, wordt zo veel echter, en de overwinning waardevoller.
Dat werkt. 'Die hand kan me gestolen worden' antwoordt Tim stoer
op de vraag waarom hij en Stanley zich laten pijnigen door een computerspelletje.
'De pijn verhoogt de rivaliteit', zegt hij, en ze zouden ook heus
zijn doorgegaan als de stoppen niet waren doorgeslagen. Met pleisters
op hun beurse handen lopen ze door naar de Poetry Machine 2.0 van
David Link waar de stroom het nog wel doet.
DEAF staat voor Dutch Electronic Arts Festival, en wordt elke twee
jaar georganiseerd door V2_ Instituut voor instabiele media. Het
toont internetkunst, virtual reality installaties en andere kunstwerken
met beeldbuizen en computerkasten. Gesitueerd in Las Palmas geeft
de tentoonstelling een idee van hoe het zou zijn geweest als het
V2_ destijds was gelukt om naar deze droomlocatie te verhuizen als
onderdeel van het Instituut voor de Beeldcultuur. Tussen deze rauwe
betonnen muren komen de grote elektronische installaties vol snoeren
in DEAF goed tot hun recht.
De locatie is ook goed: tussen het kunstpubliek van de overgelegen
Art Rotterdam en de skatende jongeren op het Wilhelminaplein weet
DEAF inderdaad beide doelgroepen aan te spreken. En om het behalve
voor Tim en Stanley ook voor digibeten toegankelijk te maken, hangt
bij elk kunstwerk een uitgebreide gebruiksaanwijzing. Toch zijn
het de meer doorgewinterde computerfreaks die bijvoorbeeld plaats
nemen bij 'Can you see me now' van het Britse Blast Theory: het
enige werk dat iets doet met de locatie van DEAF. Het is een spel
dat plaatsvindt op de Kop van Zuid, dat met zijn grote loodsen en
lege straten een prima decor blijkt te zijn voor achtervolgingen.
Bezoekers aan de tentoonstelling kunnen meespelen om te proberen
te ontsnappen aan digitale achtervolgers.
Het is de techniek die je bijblijft na een dagje Las Palmas, en
dat is meteen het nadeel van de tentoonstelling. De deelnemende
kunstenaars zijn duidelijk onder de indruk van de trucs en snelle
beelden van commerciële videogames en hippe software. Met flitsende
3D animaties en grote virtual reality omgevingen weten ze de bezoekers
wel te overrompelen, maar dat het 'knap gemaakt' is, is voor een
kunstwerk niet genoeg. Dat weten we van andere kunstdisciplines,
en voor elektronische kunst geldt dat ook.
Het kan anders, bewijst de Amerikaan Jonah Brucker-Cohen met de
installatie 'Police State'. Op een heel eigen manier parodieert
hij de politiemacht, gebruikmakend diens eigen FBI software. Deze
scant email en netwerkverkeer op terroristische activiteiten. Bij
ontdekking beginnen tientallen speelgoed politieautootjes om elkaar
heen te rijden in een botsauto arena. Een andere aanrader is Globe
Jungle van Yasuhiro Suzuki die kinderen in een klimrek filmt. 's
Avonds als de kinderen in bed liggen, worden deze beelden geprojecteerd
op een ronddraaiend klimrek en is de draaiende bol een droombeeld
dat de blijheid van overdag in herinnering brengt.
Voor Suzuki en Brucker-Cohen is de techniek een middel, geen doel.
Hun grappige en mooie installaties bewijzen dat elektronische kunst
geen slaaf van de techniek hoeft te zijn.
DEAF 03 / Data Knitting, t/m 9 maart 2003 in Las Palmas, Wilhelminakade
66, Rotterdam. Di - zo 11 - 20 uur. Toegang €7 / korting €5.
www.v2.nl
|