Leven is kunst is gekte is schoonheid
(NRC Handelsblad, 10 maart 2007)
Popmusici waren niet de eersten die zalen op hun kop zetten. Toen
de Duitse kunstenaar Kurt Schwitters (1887-1948) in 1923 op een
'dada-veldtocht' in Nederland zijn absurde klankgedichten brullend
voordroeg, brak het schouwburgpubliek de tent af. Schwitters kwam
uit de Dada-beweging maar betitelde zijn eigen kunst met een andere
onzinterm: 'Merz'. Met dit betekenisloze woordje, van een willekeurig
papiersnippertje geleend, relativeerde hij de ernst van kunst zoals
ook Dada dat deed.
Schwitters stapte in 1918 van de academie in de wereld van avantgarde,
een wereld van protest, drank en rumoer. Kunstenaars zagen artistieke
onrust als enige adequate antwoord op de politieke onrust die Europa
verscheurde. Na de wereldoorlog leek alles zinloos, ook kunst. Schwitters
was modernist én anti-modernist; vol liefde componeerde hij
abstract-geometrische collages, maar wel van straatafval. Net zoals
dadaïst Marcel Duchamp een urinoir tot kunst verhief, deed
Schwitters dat met troep - waarbij hij tegelijk kunst op één
lijn stelde met onzin.
In Museum Boijmans Van Beuningen is nu een overzicht te zien van
Schwitters' werkzame leven - van 1918 tot 1948. Het is niet gewoon
een kennismaking met deze hier weinig bekende avantgardist; het
thema is Schwitters de netwerker. Boijmans heeft honderd van zijn
werken omringd met tweehonderd werken van zijn vele vrienden - Balla,
Arp, Van Doesburg, Kandinsky, Hepworth
De overeenkomsten zijn talrijk. Schwitters kopieerde Balla's futuristische
lijnen, ontdekte Kandinsky's geometrie, en eindigde in het surrealisme.
Maar altijd waren zijn lijnen ronder, zijn kleuren milder, en zijn
collages minder definieerbaar. Hij plakte tramkaartjes op verpakkingen,
niet op politieke spotprenten. Vanwege dit spel met waarde versus
zinloosheid verklaarden de Nazi's hem in 1933 'entartet'. Een regime
dat zelfs mensen als vuilnis beschouwde, vond relativerende afvalkunst
helemaal niet grappig. Het beeld dat Boijmans schetst van de succesvolle
netwerkkunstenaar klopt dan ook maar deels. Door het Nazisme viel
de bruisende avantgarde viel uiteen en bleef Schwitters eenzaam
achter, in ballingschap en armoede, tot zijn dood vrezend voor weer
een oorlog.
Toen performancekunstenaar Rirkrit Tiravanija drie jaar geleden
dezelfde zaal van Boijmans kreeg aangeboden voor een retrospectief,
besloot hij om deze leeg te laten en gidsen te laten vertellen over
zijn acties. Ook bij Schwitters, die toch zoveel tastbaar werk heeft
nagelaten, wringt museale stilte. Aan zijn kleine collages en abstracte
doeken zie je niet wat voor charismatische levenskunstenaar hij
was. Ze zijn zelfs wat tam naast de hardere lijnen van de meer dogmatische
Van Doesburg of Kandinsky.
Boijmans weet dat. Het heeft een theater uit 1923 nagebouwd, een
slim idee om de gekte van de Dada-veldtocht enigszins te benaderen.
"Deng deng deng doh doh oooh" dendert Schwitters nasale
stemgeluid uit de boxjes. Zo absurd moet zijn abstracte kunst in
die tijd ook geleken hebben.
Schwitters grapte dat hij van onzin hield omdat het zelden artistiek
gebruikt was. "Het doel is serieus," zei hij over zijn
Merzkunst, "de weg erheen vol humor." Zijn kunst en leven
draaiden op onzin, toch viel het zinloze bestaan hem één
keer te zwaar: toen een bombardement op Hannover zijn 'Merzbau'
had vernietigd. Die pijn kwam hij niet meer te boven. De Merzbau
was zijn levenswerk geweest. Het was een kunstwerk dat zijn huis
opslurpte: muren en plafonds verving hij door witte reliëfs
waar sculpturen aan hingen met knipsels en cadeautjes van kunstenaarsvrienden.
Boijmans toont een reconstructie van een deel ervan en het is het
hoogtepunt van de tentoonstelling. Hier stond Schwitters voor: het
versmelten van leven en kunst, gekte en schoonheid, kunsttempel
en kermisattractie. Wil je als museumbezoeker Schwitters begrijpen,
trotseer dan de chronologie. Begin in de Merzbau, ga dan naar het
theater, bekijk dan de rest, en eindig nogmaals in de Merzbau. Dan
voel je een beetje hoe avantgarde ooit theaterzaaltjes en de wereld
schokte.

Tentoonstelling: Kurt Schwitters en de avantgarde, t/m 28 mei 2007
in Museum Boijmans Van Beuningen, Museumpark 18-20 Rotterdam. Di-zo
11-17u. Inl.: 010 4419400 / www.boijmans.nl
(foto: Kurt Schwitters, Merzbild/Merzafbeelding P. rosa, 1930)
|