Vragen over de essentie van kunstinstallaties
(NRC Handelsblad, 7 december 2006)
Ze gebruikten piepschuim en perspex, foto's en krantenartikelen,
bloemen en eierschalen. In de jaren zestig zochten conceptuele kunstenaars
de grenzen van de kunst op. Het idee was het echte kunstwerk, het
materiaal volgde daaruit. Verschillende museumdirecteuren kochten
deze installaties aan. Hun opvolgers zitten nu met de gebakken peren.
Kunststof verkleurt of desintegreert, bloemen verwelken en eierschalen
breken.
Neem bijvoorbeeld Hoe hoeker, hoe platter uit 1971. Voor een zaal
van het Kröller-Müller Museum maakte Ger van Elk dit hoekvullende
kunstwerk met foto's die de suggestie wekken dat de hoek doorloopt
op het platte object. Toen de muren werden overgeschilderd, verloor
het foto-object zijn optische illusie. "Dat is erg, het ding
is kapot. Het had allang gerestaureerd moeten zijn", zegt Van
Elk kwaad in een interview dat te zien is op een monitor in het
museum. Restauratie betekent in zijn optiek gewoon vervangen. Maar
voor musea is dat een rigoureuze beslissing die ze niet zomaar nemen.
Van Elks fotowerk en nog twee installaties uit de collectie van
het Kröller-Müller Museum staan centraal in de minitentoonstelling
Inside Installations, over restauratiedilemma's in moderne kunst.
Gefilmde interviews, archiefstukken, 'gebruiksaanwijzingen' door
de kunstenaars, en de installaties zelf worden geëxposeerd.
The Clamp, uit 1995, is een door Franz West nagebootst atelier met
meubels en twee telefoons. Het moet de suggestie wekken dat een
kunstenaar wordt gebeld, zijn gedachten even op een ander spoor
raken, waarna hij met afstand zijn kunstwerk beziet. Maar na aankoop
liet de kunstenaar het museum weten dat die telefoons weg mogen:
iedereen heeft toch een gsm tegenwoordig.
De derde 'case', Glass One and Three (1965) van Joseph Kosuth,
bestaat uit een tekstuele definitie van glas, een glasplaat, en
een foto waarop diezelfde glasplaat tegen een muur staat. Het museum
wil dit drieluik over het wezen van de kunst graag exposeren. Maar,
de kunstenaar zegt dat de installatie alleen functioneert met een
foto die is gemaakt in de zaal waar het tentoongesteld wordt. Dat
is een pittig dilemma. Moet het museum de aangekochte foto, met
een weerspiegeling van Kosuths keukenvloer, dan maar wegdoen? Wat
is belangrijker, het kunstenaarsconcept of de originaliteit van
het kunstwerk?
Restauratie van oude kunst is lastig, maar te doen. Behoud van
moderne kunst levert drama's op. Soms door ongelukjes - een Christo
die wordt uitgepakt, een installatie die kankerverwekkende dampen
verspreidt. Maar vaker nog door fundamentele vragen: wat vormt de
essentie van deze kunst, het idee of de uitvoering? Dat zijn de
vragen die Inside Installations oproept. Als bezoeker ga je mee
zoeken naar de clou. Dit maakt deze consciëntieuze onderzoekstentoonstelling
een spannende speurtocht - iets wat niet veel documentaire presentaties
gegeven is.
Een installatie in een depot bewaren is heel verdrietig: dan is
het alleen maar een glasplaat, een vieze telefoon en een verkleurde
sofa. Pas als installaties geïnstalleerd zijn, komen ze tot
leven. Zorg dat dát goed gebeurt, vinden de kunstenaars,
en vervang onderdelen waar nodig. Als getuigen zijn de kunstenaars
welkom, maar het zijn de musea die beslissen. En voor hen geldt
ook het belang van het originele object in hun collecties. Je ziet
het gebeuren in de zaal: bijschriften en documenten geven de tastbare
objecten - glasplaat, telefoons - een aura. De presentatie is als
een ritueel, het attribuut als een reliek, een stolling van een
waardevolle gedachte. Zoals een kruissplinter waardevol is omdat
Christus hem heeft aangeraakt.
Die telefoon die West nu overbodig vindt, gaat echt de prullenbak
niet in. Hij staat keurig in een vitrine, en de suppoost die er
rondloopt wordt vast boos als je eraan zit. Conceptuele kunstenaars
mogen kunst hebben willen ontmaterialiseren, ze hebben musea wel
materialisaties verkocht. En dat zijn de kunstschatten die een museum
koestert. Moderne kunstmusea zijn geen plek voor kunstenaars, ze
zijn er voor kunstwerken.
Tentoonstelling: Inside Installations. T/m 7 januari 2007 in het
Kröller-Müller Museum, Otterlo. Di t/m zo 10-17u, gesloten
1 januari. Inl.: 0318 - 591241 / www.kmm.nl
(foto: Kosuth)
|