Een rustige Salvador Dalí
(Rotterdams Dagblad, 12 april 2005)
De relatie die Salvador Dalí met godsdienst had, begon al
goed. Toen hij opgroeide, moesten Spaanse katholieke jongetjes op
school masturberen voor het beeld van de Heilige Maagd: de enige
vrouw die ze mochten beminnen als ze priester wilden worden. Een
dubieus verhaal, zoals met meer mythes en verhalen die Dalí
verkondigde.
Deze hang naar persoonlijke mystificatie bracht hem ertoe om later,
op middelbare leeftijd, alsnog contact met de kerk te zoeken. Begeleid
door een manifest schilderde hij een madonna die echter niet meer
als zodanig herkenbaar was. Ze was geëxplodeerd. Er zou heel
wat meer religieuze kunst volgen. Bronzen sculpturen van Christus
en engelen waarbij het ook lijkt of zich kleine ontploffinkjes hebben
voorgedaan, zijn nu te zien bij Galerie Kralingen, of all places.
Beelden en ook grafisch werk, uit de jaren zeventig en tachtig,
de nadagen van Dalí's loopbaan als kunstenaar.
"Ook dit is Dalí," zegt de galeriehouder, die
het niet juist vindt dat hij wel zijn bezoekers naar de grote Dalí-tentoonstelling
in Boijmans stuurt maar dat andersom niet gebeurt. De Dalí
die hij laat zien, maakte werk in grote oplages, te koop vanaf zo'n
drieduizend euro tot ruim twee ton. Nog nooit heeft de galerie zulke
hoge verzekeringspremies moeten ophoesten. Dalí behoort tot
het rijtje veel vervalste moderne meesters, dat overigens wordt
aangevoerd door Mirò - koop daar nooit wat van.
De Dalí's in Kralingen zijn daar gekomen door toedoen van
de stichting die zijn nalatenschap beheert en dat volgens de galeriehouder
zeer streng doet. Wie er een werk koopt, krijgt een certificaat
van echtheid. Zelf heeft Dalí bij zijn leven enkel geprobeerd
om zijn religieuze werk goedgekeurd te krijgen door de paus. Voor
zover bekend heeft hij geen antwoord gekregen.
Toch behoren de engelen niet tot het sterkste werk in de galerie.
Ze laten zien dat Dalí zich in zijn late jaren verliet op
een reactionaire nostalgie die nogal drakerige beelden opleverde.
Veel mooier is de asbak die er staat: een witte schaal met daarop
een versmolten telefoon, een slak, en twee spiegeleieren die een
herinnering zijn van Dalí aan zijn tijd in de baarmoeder.
Het object kan moeilijk surrealistisch genoemd worden: wel goed
gek maar zo precies gemaakt - hallucinaties zijn niet zo tastbaar.
De asbak staat er wat verloren bij en dat is kenmerkend voor de
tentoonstelling. Deze lijkt toevallig bijeen geraapt te zijn met
nogal verschillende series, maar dat is geen manco. Het maakt dat
je onverwachte kanten ziet van de kunstenaar, ook al is de opstelling
keuriger dan hij zelf zou hebben georganiseerd.
Het mooist zijn zijn droge naald etsen uit 1970. In surrealistisch
uitgestrekte vlaktes, aangegeven met slechts enkele lijnen, dansen
figuurtjes of blaast een kat naar een schuimbekkende hond. Een rake
en rustige lijnvoering die ver verwijderd is van zijn gesmolten
horloges en woeste visioenen. Ineens lijkt hij een gewone, oudere
man te zijn geworden. Zo stil en rustig, doen ze meer denken aan
de late tekeningetjes van Picasso en Matisse, al zou Dalí
zelf die vergelijking absoluut niet gewaardeerd hebben.

'Dalí in Kralingen', t/m 11 juni 2005 in Galerie Kralingen,
Gashouderstraat 9 Rotterdam. Wo - do 14 - 18 uur, vr 14 - 20 uur,
za 14 - 18 uur.
|